Bijna automatisch jengel ik aan de bel. Niet veel later zwiept boven een balkondeur open. Vragende ogen van een vrouw in mijn richting. Maar ik hoef niets uit te leggen. "Ah, die Ollander, ik gooi de sleutel wel even naar beneden". Behendig laat de vrouw de sleutel tussen een Panda en een Alfa Romeo vallen. Nog voor ik de bos heb opgeraapt, knalt de balkondeur alweer dicht.
Daar sta je dan. Voor een wildvreemd huis met andermans sleutels in je handen. Is dit Italiaanse hartelijkheid? Na het slot vier keer te hebben omgedraaid, verschijnt een sobere garage. Via een trap moet ik naar de tweede etage. Maar mijn aandacht vestigt zich niet op de doorgang: dáár, links in de hoek. Dat mag toch helemaal niet?! Het lijkt er wel gewoon te zijn neergeknald. "Joehoe, lukt het?". Verschrikt voel ik al m'n spieren verkrampen. Achter me staat de vrouw. "Kom je naar boven?"
Ik schat haar ergens in de vijftig, niets bijzonders. Het enige wat opvalt is haar witte schort. Een echte huisvrouw concludeer ik. Op de trap naar boven stelt ze zich voor: Rosa. Wild gebarend probeert ze me duidelijk te maken dat ze druk aan het koken is. Overbodige informatie, want door het huis circuleren overheerlijke kookgeuren. Nog enigszins afgeleid door datgene wat ik heb gezien in de garage, knik ik wat onnozel.
"Vanavond zijn we met z'n vieren. Mijn man zal wat later komen". Op dat moment verschijnt een meisje in mijn beeld. Ik schat haar 18 jaar. "Ciao, ik ben Francesca. Jij bent die Olandese?" Ze ploft neer op een stoel. Bijna automatisch zet ze de televisie aan. Veel krijgen we niet te zien, want het eten is klaar.
In de keuken wacht een gedekte tafel. Iedereen heeft een blauwwit gestreept servet met hun naam er in geborduurd. Behalve 'de gast' natuurlijk. Op die manier weet ik direct welke plaats er voor mij is gereserveerd. Ik krijg een wit servet. Verder staan er, naast het benodigde 'gereedschap' ook allerlei vleeswaren op tafel. Salami, ham aangevuld door verschillende soorten kaas. Een grote dampende pastapan overschaduwt Rosa. Alleen een gedeelte van haar schort is nog zichtbaar. "Pappardelle con cinghiale, pasta met wildzwijn. Een echte lekkernij voor ons Italianen". Even slaat de schrik me om de keel, maar na een paar keer slikken begin ik te eten. Inderdaad erg smakelijk.
Ongevraagd wordt mijn glas met rode wijn gevuld. Ik heb er geen problemen mee. Als we bijna ons bord leeg hebben, begint Rosa aan het tweede gerecht: vlees met salade. Ondertussen vegen wij ons bord schoon met een homp brood. Voor mij is de avond op culinair gebied nu al geslaagd.
Op dat moment komt een man, half struikelend over het opstapje, binnen. De vader des huizes. Verbaasd kijkt hij mij aan. "Eh, hallo. Ik moest beneden nog even wat doen, dus ben ik wat later!". Zijn mondbewegingen zijn moeilijk te volgen door een grote snor. Echter, hij lijkt erg zenuwachtig. Niemand merkt het. "Ciao, ik ben Oreste". Hij schuift aan en gebaart Rosa een bordje op te scheppen.
Een goede maaltijd hoort afgesloten te worden met koffie. Hier in Italië met een stevige espresso wel te vertaan. De caffetiere begint te pruttelen en de kopjes worden neergezet. Francesca ontfermt zich over melk en suiker. Even later nippen we allemaal aan de hete espresso. Rosa gooit overtuigend een flinke scheut Amaretto in m'n koffie.
Toch klopt er iets niet. Daar in die garage, het zenuwachtige gedrag van Oreste. De telefoon verstoort mijn gemijmer. Rosa sloft rustig naar het apparaat om op te nemen. Maar Francesca is haar voor: "Pronto!". Ze praat wat en even later gebaart ze dat ik moet komen. Aan de andere kant hoor ik een vertrouwde stem, Gaetano: "Luister, ik kom je ophalen, want we gaan kaarten in de bar".
Tijd om afscheid te nemen. Ik geef Francesca een hand en krijg er twee zoenen voor terug. Rosa omklemt haar twee warme handen om de mijne, Oreste volstaat met een knipoog vanachter zijn krant. Onbewust lees ik de schreeuwende kop van het dagblad: 'Illegale jacht, carabinieri alert'. Op dat moment verbleekt mijn gezicht en wil ik slechts één ding: wegwezen. Bij het dichtslaan van de voordeur hoor ik nog een aantal ciao's. In de garage beneden kijk ik direct links in de hoek. Echter, een grote rode deken bedekt datgene wat ik eerder heb gezien: een net geschoten zwijn. Eenmaal in de auto vraagt Gaetano wat ik heb gegeten. Om elke medeplichtigheid uit te bannen, mompel ik: "Geen idee".