Calabria, de teen en 'wreef' van de Italiaanse laars, was de plek waar de Grieken voet aan wal zetten om hun Magna Graecia verder uit breiden. Zij noemden de streek Oenotria: wijnland. Later werd dit Enotria; een naam die voor heel Italië ging gelden.
Wijnbouw in Calabrie
Calabria mag dan de bakermat van de Italiaanse wijn zijn geweest, maar die tijd is lang vervlogen. In de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw vertrokken heel veel Calabrezen als gastarbeiders naar het noorden en mede daardoor raakte de wijnbouw in het slop. Daarnaast is het niet eenvoudig om goede wijn te maken in Calabria. De regio wordt bijna geheel door zee omgeven. Bovendien wordt zij gedomineerd door een bergachtig landschap met grote klimatologische verschillen. Tegenover het droge en warme kustgebied staan de koele hoogvlaktes van het Sila-massief en de Aspromonte. De wijngaarden liggen veelal hoog op de hellingen van de bergmassieven, waar het 's winters vaak vriest ...
Cirò
Slechts 5% van het totale wijngaardoppervlak heeft een DOC-classificatie. De bekendste daarvan is de Cirò. De Grieken maakten deze wijn indertijd al in het kustgebied van Cantanzaro van hun Crimisa-druif. Het was een wijn met een enorme reputatie.
De legende gaat dat de wijn direct afstamt van de wijn die tijdens één van de eerste Olympische Spelen werd gedronken door de plaatselijke atleten om de overwinning te vieren. Momenteel wordt de meeste Cirò gemaakt van de Aglioppodruif; een druivensoort die ook makkelijk versneden wordt in allerlei vini da tavola, hetgeen het kwaliteitsimago niet ten goede is gekomen. Cirò is vooral bekend als stevige, donkerrode wijn, maar er wordt inmiddels ook wat (niet onaardige) witte en rosé geproduceerd; met name in de streek rond de plaatsjes Melissa en Crucoli en uiteraard het plaatsje Cirò zelf aan de westelijke kant van de Baai van Taranto. Er zijn ook een Classico en een Superiore verkrijgbaar. De beste wijnmakers (gelukkig groeit hun aantal) zijn die van Librandi, Fattoria San Francesco en Enotria.
© Foto: Bonvol [CC BY-SA 3.0], from Wikimedia Commons
Ook het vermelden waard zijn de droge, zeer geurige, rode Pollino en de zoete vino passito, dessertwijn, Greco di Bianco (DOC); afkomstig uit het gelijknamige dorpje aan de Ionische zee ten zuiden van Crotone. De wijn wordt een jaar gelagerd en met zijn 17 graden alcohol is de wijn heerlijk bij pittige kazen of stevige dolci. Ook wordt er natuurlijk een lokale liquore di limone gemaakt: hoe kan het ook anders in een gebied dat zoveel citroenen voortbrengt. Als digestief wordt ook de Cedro di Calabria gedronken: een soort citroenlikeur gemaakt van speciale groene citrusvruchten, oorspronkelijk afkomstig uit het verre oosten. De vruchten lijken op grote limoenen met dikke schil, en het zal je dan ook niet verbazen dat de likeur een intens groene kleur heeft.
Buiten de rode Cirò, zijn de wijnen en likeuren nauwelijks buiten de streek verkrijgbaar, dus je moet er voor naar Calabria. Maar of dat nou een straf is...