Denk je aan Toscana, dan zie je stadjes op heuveltoppen, wijngaarden omzoomd door cipressen zover het oog reikt. Liefhebbers weten dat je overal tussen die landerijen. wijnhuizen kunt vinden waar je ook nog eens kunt proeven... het idee alleen al doet je toch bijna het water in de mond lopen?
Ook als je weer thuis bent en je neemt een slok van je meegebrachte wijn, ben je er in je gedachten weer helemaal: op dat zonovergoten terras in Castellina in Chianti of bij dat fantastische restaurant met die truffelgerechten in Monteriggioni.... Waarschijnlijk wordt dat bedoeld als men het heeft over het feit dat de eenheid tussen wijn en cultuur nergens zo groot is als in Toscana. Dat de wijn van de streek het beste combineert met de streekgerechten wist Hannibal Lector ook. Zijn tip, waarvan het eerste deel behoort tot de categorie 'don't try this at home...': 'I ate his liver with some favabeans and a nice Chianti...'. Meneer is een kenner...
Zeg je wijn in Toscana, dan zeg je Chianti, een wijn die zich in de laatste 30 jaar van 'matig' tot 'Classico' heeft ontwikkeld. Maar ook de toppers Brunello di Montalcino, Vino nobile di Montepulciano en Carmignano hebben de laatste 30 jaar een wereldwijde reputatie opgebouwd. Al deze wijnen kennen het Italiaanse 'Appellation'-predikaat DOCG: Denominazione d'Orgine Controllata e Garantita. Zoals met zoveel in Italia, is ook de wijnbouw begonnen in het zuiden, maar hebben de noorderlingen het later overgenomen. Na de Romeinse tijd kwam de (zuidelijke) wijnbouw in de versukkeling.
De oudste ononderbroken wijntraditie
In de Renaissance kwam de productie weer helemaal terug en wel in...Toscana. Rijke handelaars en bankiers zoals de families Frescobaldi en Antinori namen druivenrassen mee uit Frankrijk en legden daarmee de basis voor het feit dat Toscana tegenwoordig de oudste onononderbroken wijntraditie van Italië kent.
Destijds werd wijn overigens vooral gezien als een belangrijk en gezond voedingsmiddel. De tijd van de Italiaanse éénwording, de 2e helft van de 19e eeuw, was voor het land een tijd van 'modernisme' en dat betekende een nieuwe stimulans voor Toscaanse wijn. Dankzij allerlei verbeteringen ontstonden er wijntypes als Chianti en Brunello; wijn werd steeds meer een product om lekker van te genieten.
Van overbekende strooien mandflessen tot Supertuscans
Na WO II ging men over op massaproductie en werd de streek vooral bekend om de grote hoeveelheden rode Chianti (je weet wel; in die overbekende strooien mandflessen!). Chianti vond zijn weg naar de vele pizzeria's over de hele wereld. Voorzien van een druipkaars vond de lege fles vervolgens weer zijn weg naar menig studentenkamer... Zoals gezegd, de kwantiteit was enorm, maar de kwaliteit van de wijn was matig. De naam van die fiaschi, mandfles, geeft natuurlijk ook al te denken!
Midden jaren tachtig ontstond er (o.a. dankzij Antinori- en Ricasoli-telgen) zogezegd een tweede 'renaissance' op wijngebied, in de heuvels rond Siena en Firenze. Nieuwe productietechnieken deden hun intrede: in plaats van het lang laten rijpen van de wijn in grote eikenhouten vaten, waardoor helaas veel fruitigheid verloren ging, werd de wijn bewaard in veel kleinere vaten. Een kwalitatief hoogstaande, volle, sappige wijn was geboren. De wijn werd echter niet geproduceerd volgens de wettelijke regels van de DOC en dus mocht deze alleen de aanduiding Vino da Tavola op het etiket voeren. Deze wijn werd echter wel juist op waarde geschat door (met name Engelse) kenners en daarom snel bekend onder de naam 'Super-Tuscans'. Gevolg: de wijn werd verkocht tegen superprijzen. De wetgeving is inmiddels aangepast en de meeste wijnen worden nu verkocht onder de naam Chianti Classico maar een gedeelte wordt nog steeds verkocht onder de geuzennaam Vino da Tavola.
Toscane de wijnen - Chianti
Chianti is de bekendste en populairste van alle Italiaanse wijnen. De wijn wordt gemaakt van de alom aanwezige Sangiovese-druif, die graag veel zon heeft en goed bestand is tegen grote temperatuurschommelingen. De belangrijkste Chianti-zones worden gevormd door de streek Chianti Classico gelegen rond Castellina en de streek Ruffina. Beide hebben inderdaad dezelfde naam als de wijn.
In de streek Chianti Classico vind je o.a. Gallo Nero, hetgeen de naam is van een consorzio. Het bijbehorende symbool van de zwarte haan ken je wellicht. In dit hart van de Chianti-streek, met stadjes zoals Radda en Greve kun je bijna overal proeven bij de grote en kleine fattorie, wijnboerderijen. Voor Chianti geldt, dat de aanduiding Riserva staat voor een wijn die zijn hoogtepunt pas bereikt nadat hij een aantal jaren heeft liggen rijpen. Deze heerlijke wijnen zijn niet goedkoop, ook niet in Italië maar dan heb je ook wel wat.... Een alternatief is die zonder nadere aanduiding op het etiket, de annata, die bedoeld is om jong te drinken.
Brunello di Montalcino en Rosso di Montalcino
Een andere klassieker maar dan uit de streek ten zuiden van Siena is de Brunello di Montalcino, die ook wordt gemaakt van de Sangiovese-druif. De wijn lagert enkele jaren in grote houten vaten en daarna een aantal jaar op fles. Dan pas geeft hij zijn optimale geur en smaak prijs. Brunello is stevig, bevat aardig wat tannine, en is zeer kruidig. De Rosso di Montalcino heeft een kortere rijping ondergaan, is iets goedkoper en is over het algemeen iets toegankelijker van karakter.
Vino Nobile di Montepulciano
Niet ver van Montalcino ligt het dorpje Montepulciano. Het pittoreske ommuurde stadje staat bekend om zijn Vino Nobile di Montepulciano. Ook deze wijn wordt gemaakt van de Sangiovese-druif. De dichter Francesco Redi beschreef deze wijn in 1685 als 'de koning van alle wijnen'. In 1980 ontving de wijn zijn DOCG-predikaat en sindsdien zit de koning hoog op zijn troon. Vino Nobile is vol en bloemig en je drinkt hem bij voorkeur bij een bistecca, biefstuk, van het Chiana-rund. De Vino Nobile di Montepulciano heeft overigens niets van doen met de eveneens rode Montepulciano d'Abruzzo.
Carmignano
Een aparte vermelding verdient Carmignano uit de streek ten westen van Firenze. Deze is minder beroemd maar wel degelijk een fantastische wijn die qua smaak te vergelijken is met de Brunello. Deze wijn was de favoriet van de famiglia di Medici en ontving als eerste in het jaar 1716 het DOCG-predikaat.
Vernaccia de San Gimignano
Toscana heeft met al deze wijnen echte kwaliteit in huis als het gaat om rode wijn; met de witte wijn lukt het toch minder goed in deze streek. Een uitzondering vormt de Vernaccia di San Gimignano. Een droge witte wijn, met DOCG-predikaat, die een uitgesproken aromatische smaak heeft, soms zelfs wat muskaatachtig. Hij combineert uitstekend met vis- en pastagerechten. Op de etiketten vind je, het zal je niet verbazen, meestal een tekening van de karakteristieke torens van het stadje terug. Alleen daarom al is de fles het meest gekochte souvenir uit San Gimignano geworden!
Vin Santo
De trots van vele wijnmakers en een verhaal apart is de traditie van de zoete, of soms ook droge, Vin Santo. Overigens niet te verwarren met Vino Santo, die uit Trentino komt. De wijn wordt gemaakt van gedroogde witte druivensoorten als Malvasia, Trebbiano en Cannaiolo bianco. Traditioneel werden de druiventrossen te drogen gehangen aan de dakgoten en dak-spanten. In moderne wijnmakerijen wordt echter hete lucht gebruikt om de druiven te drogen. De rozijnen worden vervolgens geperst en de wijn wordt opgeslagen in kleine houten vaten, caratelli, voor een periode van ongeveer vier tot zes jaar. De wijn komt het beste tot zijn recht wanneer deze gedronken wordt met cantuccini. Deze harde amandelkoekjes doop je, aan het eind van een heerlijke maaltijd, in een glaasje van deze 'nectar'.
Over de naam, heilige wijn, gaan verschillende verhalen de ronde. Cardinale Bessarione, riep gedurende een concilie in Firenze in 1433 "Het lijkt wel op een wijn uit Xantos". Op dit Griekse eiland wordt echter geen Vin Santo gemaakt, maar wellicht deed de kleur, geur of smaak hem aan het eiland denken. Vanaf dat moment was de Vin Santo geboren. Een ander verhaal verwijst naar Ognissanti, Allerheiligen. Op 1 november was het, in vroeger tijden, de traditie druiven te drogen te hangen. In Trentino gaat het verhaal dat hun vino santo gebruikt werd als ziekenzalving, om il trapasso nell'aldilà, de 'gang naar het hiernamaalse te vergemakkelijken. Een zalving, maar dan wel voor inwendig gebruik...