
Er zijn heel wat woorden die een andere betekenis hebben dan je zou vermoeden.
Zo ook het woord storia. Misschien het bekendst met het lidwoord la erbij; geschiedenis, historie, la storia dus. Storia betekent ook 'verhaal' in de zin van vertelling. Als het om kinderverhaaltjes gaat, sprookjes of fiabe dus, gebruikt men ook in Italia vaak de verkleinende vorm: storiella. Dat trouwens als bijbetekenis ook 'mop' of 'leugen' heeft. Om dat laatste kan baruffa, bonje, ontstaan. Nu we het daar toch over hebben: als de ene vicina di casa tegen de andere had gezegd mia figlia ha avuto storie con suo figlio, dan hadden hun kinderen hommeles met elkaar gehad. Zo zie je maar weer: storie in het meervoud heeft toch weer een andere betekenis dan in het enkelvoud. Maar we zijn er nog niet.
Met storia kan ook een geschiedenis worden bedoeld op het amoureuze vlak. Una storia duurt meestal korter of is het begin van de serieuzere rapporto, verhouding. Als een Italiaan in dat laatste stadium is beland, zegt hij dat hij innamorato is. Hij heeft het dan over la mia ragazza, mijn meisje, of il mio ragazzo. Nog een slag serieuzer is het als je 'promoveert' tot la mia fidanzata, 'mijn verloofde', al hoef je daar niet verloofd voor te zijn.
En wat zegt de ene vicina di casa, buurvrouw, nu tegen de andere? Dat hun kinderen hebben gescharreld, dus iets met elkaar hebben gehad. De andere buurvrouw denkt daar duidelijk anders over. (Ma che) storie, 'Wat een onzin!'. Om het nog verwarrender te maken, zou de eerste buurvrouw kunnen antwoorden: 'Non raccontare storie!: 'Klets niet!'
Een boel storie, heisa, om niks, toch?