Probeer ook eens de rondreis langs de Toscaanse kust, of de route langs minder bekende stadjes
Renaissance-reis rondom Firenze, Florence
De reis begint in de hoofdstad van de Renaissance: Firenze, Florence. Verreweg de beste plek om je auto te parkeren is de Piazzale Michelangelo, hoog boven de zuidelijke oever van de Arno. Er is bijna altijd plek en het uitzicht op de stad is onvergetelijk. Vanaf dit plein ga je naar het oosten over de S67 richting Pontassieve, aan de andere kant van de Arno. Na Pontassieve neem je de S70 richting Poppi; een prachtige weg die klimt tot zo'n 1000 meter hoogte.
Voorbij Poppi, een mooi stadje waar Dante ooit heeft verbleven, draai je in Bibbiena linksaf de S208 op. Je kunt na zo'n 20 km de abdij van Francesco d'Assisi bezoeken in La Verna, maar je kunt hier ook rechtsaf slaan en de 12 km rijden naar Caprese Michelangelo. Dit is het geboortestadje van Michelangelo (1475); z'n vader was hier de Podestà, burgemeester. Je vindt hier z'n geboortehuis en het is verder een aardig, zij het niet bijzonder stadje naar Toscaanse maatstaven. Maar ja, in een rondrit met de naam Rinascimento, Renaissance, mag het niet ontbreken.
Vanuit Caprese rijd je via Falciano en de S71 naar Arezzo. Het is een drukke maar zeer boeiende antieke stad. Petrarca kwam hier ter wereld en de grote fresco-schilder Piero della Francesca beschilderde er de San Francesco-kerk. De stad is veelvuldig te zien als decor van Roberto Begnini's film 'La Vita è bella'. Het indrukwekkende Piazza Grande en niet te vergeten de beste antiekmarkt van Italië op de eerste zondag van de maand.
Van Arezzo ben je in 26 km over dezelfde S71 in het betoverende Cortona
Cortona en Montepulciano
In de zomer rijd je er door zonnebloemvelden naartoe. Dwaal rond door de straatjes van dit supertoscaanse stadje dat hoog op een heuvel aan de grens met Umbria [Umbrië] ligt; je vermoedt het al: het uitzicht is natuurlijk geweldig. Van Cortona gaat het naar het zuiden (evt. via Valiano op de P17) richting Montepulciano; ook al zo'n stadje op een berg; 'Parel van de Renaissance' wordt het genoemd. Een glas van de stevige rode Vino Nobile is hier een must.
In 12 km ben je via de S146 in Pienza. Paus Pio II vond dat zijn geboortedorp een mooi stadje moest worden, en zo geschiedde. In slechts een paar jaar tijd (rond 1462) werd Pienza uit de grond gestampt en het resultaat is de moeite waard. Je kunt nu verder over de steile S146 richting het middeleeuwse Montalcino. Hier kom je wellicht stiekem meer voor de overheerlijke Brunello-wijn dan voor de renaissance...
Van Montalcino rijd je al een stukje richting Siena over de oude Romeinse Via Cassia; tegenwoordig S2 genaamd. Je kunt doorrijden naar Siena, maar ook de S451 naar Asciano en S438 en door het gebied van Le Crete rijden. Dit is de streek die je altijd terugziet op de kalenders van Toscane, Toscana; typerend is het eenzame groepje cipressen naast een landhuis op een kale, geelbruine heuvel.
Vanaf de S2 of de S438 rijd je Siena binnen.
Siena
De Duomo van Siena, die bedoeld was groter te worden dan de San Pietro in Roma [Rome] zie je al van verre boven de stad uit torenen. Parkeer je auto in het stadion van SS Siena, plek zat, tenminste als ze niet thuis spelen... Hiervandaan ben je in een mum op de Campo; volgens velen het allermooiste plein ter wereld. Waarom Siena na Firenze [Florence] de belangrijkste stad van Toscana [Toscane] is en wat de Renaissance hier heeft betekend, zul je snel genoeg ontdekken.
Siena kan heel druk zijn en dan hebben we het nog niet over 2 juli en 16 augustus, de data van de Palio, en het is dan ook heerlijk om daarna de rust van het piepkleine en betoverende Monteriggioni op te zoeken. Om er te komen neem je vanuit Siena weer de S2 richting Poggibonsi; je rijdt door de olijfboomgaarden en ziet dan al gauw de hoge vestingmuren en de 11 torens die voorkomen in Boccaccio's Decamerone.
Vanaf Siena neem je de Superstrada, een tolvrije autosnelweg, terug naar Firenze.