Reisroute: 3 dagen, 381 kilometer |
Perugia | Assisi (27 km) |
Assisi | Eremo delle Carceri (4 km) |
Eremo delle Carceri | Spello (24 km |
Spello | Foligno (6 km) |
Foligno | Fonti del Clitunno (16 km) |
Fonti del Clitunno | Spoleto (11 km) |
Spoleto | Monteluco (8 km) |
Monteluco | Montefalco (32 km) |
Montefalco | Bevagna (7 km) |
Bevagna | Perugia (38 km) |
Op de SS75 rijd je richting Foligno en volgt de borden naar Santa Maria degli Angeli en Assisi.
Assisi
Assisi is verbonden met zijn beroemdste inwoner, de heilige Franciscus. Zijn leven en ideologieën hebben deze stad op terrassen tegen de hellingen van Monte Subasio omgevormd tot een monumentale schrijn. Onder de stad ligt de basiliek van Santa Maria degli Angeli, waarvan de bouw in 1569 begon om locaties waar Franciscus leefde en stierf in op te nemen. De grote dom vormt een verbijsterend contrast met de kapel van de Porziuncola, waar de Franciscanenorde in 1206 werd gesticht; met de eenvoudige cel (Transitokapel) waar de heilige op 3 oktober 1226 stierf.
Aan een kant van de stad kun je te voet naar de basiliek van San Francesco klimmen, die bestaat uit een crypte en twee kerken boven elkaar. In de architectuur wordt de Umbrisch-Romaanse stijl verenigd met de op de Fransen geïnspireerde gotiek. De bouw van het complex duurde meer dan een eeuw en werd in 1228 begonnen onder leiding van broeder Elia, die ook voor de fresco's opdracht gaf. In de onderste kerk worden werken van Giotto en zijn assistenten afgewisseld met schilderingen van Cimabue, Pietro Lorenzetti en Simone Martini. Net als Cimabue en Giotto werkte de anonieme 'Meester van Isaaco' in de andere kerk. Samen brachten ze een wonderbaarlijke hoeveelheid decoratieve afbeeldingen voort, die wel worden beschreven als het begin van de geschiedenis van westerse schilderkunst.
De hoofdstraat loopt van de San Francesco langs het Piazza del Comune omhoog, waar de tempel van Minerva staat (1e eeuw v.C., een van de best bewaarde monumenten uit de klassieke oudheid), voor je bij de kathedraal van San Rufino komt, een 13e-eeuws Romaans meesterwerk. Meer naar beneden leidt een netwerk van nauwe straatjes naar de gotische basiliek van Santa Chiara, waar het stoffelijk overschot van de heilige sinds 1260 rust.
Supertip
De ruines van Franciscus' vaders huis, de rijke handelaar Pietro di Bernardone, liggen verborgen achter de pilaren van de Chiesa Nuova, die in 1615 op kosten van Filips III van Spanje werd gebouwd. Volgens de legende zei een mysterieuze pelgrim in 1182 tegen de moeder van de latere heilige dat ze zich in een nabijgelegen stal moest terugtrekken om te baren, en dat is de plek waar nu het oratorium van San Francesco Piccolini staat.
Volg borden oostwaarts naar Eremo delle Carceri.
Eremo delle Carceri
Het plattelandsklooster werd gebouwd in de 14e en 15e eeuw; op de plaatsen waar Franciscus en zijn volgelingen zich afsloten in gebed. Als je vroeg in de ochtend komt, vind je er nog steeds stilte en uitzicht op het steeneikenbos rondom en buiten de stad. Loop de trappen af en ga door nauwe doorgangen en deuren om de kelder te bezoeken waar de heilige rustte, en de steen waar hij op zat te mediteren, de steeneik waarin de vogels geluisterd zouden hebben naar zijn preek en een stroom die opdroogde, zodat het geluid de broeders niet zou storen. In het park lopen genummerde paden naar de schuilplaatsen waar religieuze ijveraars zich eeuwenlang terugtrokken.
Bijzondere routes
Een prachtig panorama heb je vanaf de onverharde maar goed begaanbare weg die vanaf de Eremo delle Carceri over de Monte Subasio loopt, voor hij daalt naar Collepino. 's Zomers zijn de weiden op de top een populaire plek waar de inwoners van Assisi komen ontspannen en zonnebaden.
Ga de Monte Subasio over naar Collepino en sla dan rechtsaf naar Spello.
Spello
Meer dan in andere Umbrische plaatsen is in het oude stadhuis van Hispellum belangrijk bewijs bewaard gebleven dat de Romeinen hier zijn geweest omdat hun bouwwerken in de Middeleeuwen opnieuw zijn gebruikt. De zuidelijke Consolarepoort met drie bogen uit de 1e eeuw v.C. werd geïntegreerd in de 14e-eeuwse ringmuren; een vierkante toren in de buurt is gekroond met een olijfboom. De Venerepoort in het westen is nu omsloten door twee Romaanse torens. Ertussen staat de boog van de Ubricapoort, geflankeerd door muren van Subasiosteen uit de tijd van Augustus. Verderop kun je langs de Via Flaminia de overblijfselen van het amfitheater zien.
Supertip
De inwoners van Spello bereiden een spektakel voor Corpus Christi voor. Deze door paus Urbanus in 1264 ingestelde feestdag van het heilig sacrament vindt plaats op de tweede donderdag na Pinksteren. Na weken van intensief werken worden de straten waar de optocht doorheen trekt in een nacht bedekt met gekleurde bloemenontwerpen van heilige onderwerpen. Het tapijt ligt er van 9 uur 's morgens tot de middag, voordat het wordt geplet door de voeten van gelovigen. Een monnik van de kerk van S Andrea verzamelt de resten van de bloemen om er plantaardige kleuren uit te halen met behulp van een oeroude techniek.
Rijd verder naar het zuidoosten en volg de borden naar het centrum van Foligno.
Foligno
Foligno is een van de weinige oude centra op vlakke grond in Umbria. De positie en een nijverheidstraditie die teruggaat tot de 14e eeuw, hebben het gemaakt tot een handels- en industriestad. Economische ontwikkeling, bombardementen en aardbevingen (de laatste in 1997) hebben sporen uit het verleden uitgewist, hoewel de Duomo met zijn witrood gestreepte stenen en het Palazzo Trinci intact zijn gebleven De eerste heeft zijn fraaie zij-ingang (1201); het interieur is verbouwd in neoklassieke stijl door Giuseppe Piermarini van Foligno, de keizerlijke architect in Milaan tussen 1779 en 1796. Het Palazzo Trinci is een van de interessantste laatgotische residenties in Midden-Italië. De frescocycli vormen een encyclopedie van humanistische cultuur uit het begin van de 15e eeuw.
Voor historici
Goudsmederij, zilverwerk, houtsnijwerk, pottenbakkerij, garen en hennep, wol en zijde, papier, orgelmakerijen, metaalgieterijen...de lijst van Foligno's productie in zijn gouden eeuw (1310-1439) van de Trinci Signora houdt niet op. In 1472 produceerden Emmanuele Orfini van Foligno en de Duitse Johann Numeister 300 kopieën van Dantes Divina Commedia, het eerste boek dat in Italië in het Italiaans is gedrukt. Voor zover bekend bestaan er nog steeds 14 exemplaren van. De pers die daar vermoedelijk voor is gebruikt kun je bekijken in het persdocumentatiecentrum in het oratorium van de Nunziatella.
Neem de SS3 naar zuiden richting Fonti del Clitunno