IJsbereider: Alessio Agnoli (1989)
IJssalon: Venezia di Agnoli
IJssalon sinds: 1938
Gevestigd op: Grote Markt 26-27, Gorinchem
Hoeveelste generatie ijsbereider: 43e generatie
Eerste generatie afkomstig uit: Marlia, Toscana
Favoriete smaak: Amarena
Alessio, 4e generatie ijsbereider bij Venezia di Agnoli in Gorinchem
Het hele gezin Agnoli werkt in ijssalon Venezia: vader Mauro, echtgenote Ineke en beide zoons Alessio en Lorenzo. De rij speciale ijs-bezorgfietsen die voor de zaak staan, zeggen iets over de populariteit van de dienstverlening.
Geschiedenis
Mauro (1960) steekt van wal: “Mijn opa Giuseppe Agnoli kwam al in 1890 naar Arnhem. Hij kwam uit de ijsbereidersvallei Valle di Cadore. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging hij terug naar Italië. In 1932-1933 ontvluchten ze Italië weer in verband met het politieke klimaat daar. Mijn vader Antonio en zijn broer Ugo kwamen naar hier, naar Gorinchem. Op 1 april 1938 werd Venezia IJs ingeschreven door mijn vader en zijn broer. Eerst starten ze met ijskarren van waaruit ze ijs venten. Dat deden ze vanuit de Jacob Roggebroodsteeg. De ijssalon volgde later, in 1949. Mijn oom ging door naar Gouda en startte ook daar in het ijs onder de naam IJssalon Italia. Waarom Gorinchem en Gouda? Ze hadden hier connecties. Mijn moeder kwam trouwens pas na de oorlog naar hier.”
Mauro, 2e generatie ijsbereider
“Mijn ouders zijn beide in Italië geboren, ik en mijn zus in Nederland. We zaten echter wel op school in Italië, zoals zoveel kinderen van ijsbereiders van mijn generatie. Ondanks dat mijn grootouders uit Valle di Cadore kwamen, liggen onze roots eigenlijk ook in Conegliano. Daar verhuisden ze namelijk naartoe.”
“Na het ijs venten, startten we in 1949 met een kleine ijssalon op de Markt. Die werd groter en groter. Mijn vader was geschoold als kleermaker, maar verkocht dus ijs. Later kwam er een tweede ijssalon bij; die lag aan de Gasthuisstraat, een winkelstraat. Beide ijssalons waren via een binnendoor sluiproute met elkaar verbonden. Tot 1991 hadden we dus twee ijssalons in Gorinchem. Het stadhuis ging in die tijd weg van de Grote Markt; het plein stierf uit. We zijn toen tijdelijk gestopt met de ijssalon op die plek. In die tijd was er ook een ontmoedigend terrassenbeleid.”
“Er speelde ook een ander punt om daar te stoppen. Om het rendabel te krijgen, wilden we graag de naast de ijssalon gelegen garage toevoegen aan het pand. De rijksmonumentendienst in Den Haag was het er niet eens dat we twee monumentale panden wilden samenvoegen. Dankzij de nieuwe burgemeester kwam er een oplossing en konden we de muur tussen beide panden doorbreken. Dit kwam de frontbreedte ten goede. In 2011 startten we weer met de locatie aan de Grote Markt.” Tal van terrassen liggen er nu gebroederlijk naast elkaar en ook voor het voormalig stadhuis, nu museum, staan tafeltjes en stoeltjes. Het plein nodigt uit om er te blijven zitten.
Als het gesprek komt op de Ital, de vereniging van Italiaanse ijsbereiders, vertelt Mauro: “Mijn ouders zijn samen met twee Talamini’s, Batistuzzi en De Lorenzo uit Utrecht de grondleggers ervan. Het is een samenwerkingsverband, maar iedereen doet zelfstandig zijn ding. Vroeger waren we met zo’n veertig leden, nu minder dan de helft.”
Alessio en Lorenzo, 4e generatie
Alessio (1990): “Toen ik jong was, trok mij het avontuur. Ik zat bij de marechaussee. Dat heb ik 2 ½ jaar gedaan. Maar de ijsbusiness trok me ook.” Zijn vier jaar jongere broer Lorenzo studeert nog in die tijd. Alessio volgt ijscursussen in Wageningen. Naar eigen zeggen “een van de verplichte nummers” als je als ijsbereider aan de slag wilt in Nederland. Hij ontmoet er o.a. zijn collega Alessandro De Marco, 3e generatie ijsbereider in Oss. De Italiaanse ijswereld is klein.
“We hebben met z’n vieren besloten de krachten te bundelen. Ik was al wel gewend met mijn ouders te werken in de ijssalon. Dat deed ik al vanaf mijn veertiende. We hebben duidelijke afspraken gemaakt. Ieder heeft een eigen rol. We hebben het bedrijf in stukken geknipt. Ik ben verantwoordelijk voor, marketingcommunicatie en verkoop.” Lorenzo (1994) valt bij: “Ik doe o.a. ijsproductie, personeelszaken en voorraadbeheer. Maar ik sta ook in de zaak. Ik ben een soort manusje van alles.” Mauro buigt zich over de financiën, juridische zaken, receptuur, maar ook ijsbereiding en inkoop.. Én technische dienst. Moeder Ineke draait de zaak en maakt de roosters. Mauro: “Zij is de drijvende motor achter ons allen.”
De ijsproductie doen ze samen. Dat doen ze niet in een werkplaats achter de ijssalon, maar op locatie. Voor Covid doen ze namelijk veel zaken met cateraars. De bereikbaarheid op de productielocatie is beter dan in het centrum. Bijkomend voordeel: er is ook ruimte voor de ambachtelijke pasta die Alessio importeert.
Mauro: “We proberen de hele keten zelf te doen. Dat zie je niet veel meer. De hazelnoten komen uit Piemonte, de pistachenoten uit Sicilië. We proberen ook zo gestroomlijnd mogelijk te werken. En blijven werken met ambachtelijke ijsmachines. We voeren zo’n 130 smaken; in de vitrine liggen er zo’n 45.” Over smaken gesproken. Wat zijn de favorieten? Alessio kiest voor amarena, Lorenzo voor aardbeien, Mauro voor vanille, Ineke voor drop.
Terug naar de fietsen. Alessio legt uit: “De bezorgdiensten lopen via de website. Daar kunnen liefhebbers coupes bestellen of grote bakken ijs. Vijf eigen fietskoeriers brengen de bestellingen ’s avonds naar de klanten. We doen dit sinds 2016. We zijn de eersten die dit doen met ijs en een eigen webshop. Het idee was ‘als je een pizza kan bezorgen, dan kan je ook ijs bezorgen.’” Ze weten inmiddels precies hoeveel koeriers-leveringen ze per uur ze aankunnen. Mauro: “Dit was heel welkom in Corona tijd.”
Het ijsseizoen
Het seizoen start eind februari, begin maart. De ijssalon is dan op maandag en dinsdag gesloten. Afhankelijk van het weer schalen ze vervolgens op qua openingsdagen en -tijden. In oktober sluiten ze weer op maandag en dinsdag. November is een tussenmaand voor de Agnoli’s. Eind december gaan ze weer een week open; ze maken dan kerstdessertijs, ijsbakken, ijstaarten etc.
Na de seizoensluiting gaan Mauro en Ineke richting Conegliano. Alessio en Lorenzo kiezen met hun gezinnen voor bestemmingen die verder weg liggen. “We zitten de hele zomer binnen. We zoeken de zon op.”
Italianità
Nonna Maria van 93 woont nog boven de ijssalon aan de Grote Markt. Ze staat tot haar 80e in de ijssalon, kookt voor het gezin en telt de kassa. Lorenzo: “Wij zijn grotendeels opgegroeid in de ijssalon en bij nonna. Ze spreekt Italiaans; haar Nederlands gaat de laatste jaren achteruit... Tegen onze kinderen praat ze half om half.” Alessio valt hem bij: “Toen wij opgroeiden, werkten hier allemaal Italianen. Je leert daardoor vanzelf Italiaans begrijpen en spreken.” Ook moeder Ineke krijgt op die manier het Italiaans onder de knie. De voertaal onderling is Nederlands.
Mauro: ”Als je hier bent, wil je daarheen. Er zijn twee ‘thuisen’.” Alessio valt hem bij: “De afwisseling is mooi, maar je zit nooit op je plek. Je blijft heen en weer schipperen.” Met sporten voelen de heren dat anders: ze zijn voor Italië.
Het meest trots is Alessio op het feit “dat de traditie in stand blijft. Dat dit nog steeds mogelijk is. Het grootste misverstand? Dat je 6 maanden vakantie hebt. En dat je je zakken vult met weinig doen. Ze zien het gloriemoment, niet het harde werken…”
© Claudia Zanin. Historische foto's uit het privéarchief van de familie
Lees meer over Italiaans ijs
Hebbedingen voor Italiaans ijs
