IJsbereider: Alessandro De Marco (1984)
IJssalon: IJssalon Alessandro
IJssalon sinds: 1938
Gevestigd op: Molenstraat 13A, Oss
Hoeveelste generatie ijsbereider: 3e generatie
Eerste generatie afkomstig uit: Lorenzago di Cadore, Veneto
Favoriete smaak: Citroen
Alessandro geeft een eigen draai aan Venezia, de oudste ijssalon van Oss
Alessandro de Marco is derde generatie ijsmaker in Oss. Zijn ijssalon is gevestigd op dezelfde plek als die van zijn opa en vader. De roots van IJssalon Alessandro gaan terug naar de oudste ijssalon van Oss: IJssalon Venezia. In tegenstelling tot zijn grootouders is Alessandro het hele jaar door open. Zijn eigen draai is niet alleen in de ijssalon terug te zien, maar ook op de vrolijke, eigentijdse website.
Geschiedenis
Alessandro deelt het wonderlijke verhaal van zijn opa Mario die in 1938 uit Italië vlucht. Die is op dat moment net terug uit Abessinië (het voormalig Keizerrijk van Ethiopië) en Eritrea waar hij dient voor het Italiaanse leger. Zijn terugkomst in het geboortedorp Lorenzago di Cadore blijkt van korte duur. De postbode waarschuwt hem op een dag dat hij een oproep van het Ministerie van Defensie voor hem heeft. De fascistische dictator Benito Mussolini roept de ervaren Mario op om te vechten in Spanje waar op dat moment een burgeroorlog woedt. De Spaanse nationalisten genieten steun vanuit fascistisch Italie. Het opzettelijk uitstellen van de bezorging en de ingefluisterde waarschuwing, geeft opa Mario de gelegenheid om dezelfde dag nog zijn biezen te pakken. Een vriend brengt hem naar Cortina waar hij de trein pakt naar Luik waar zijn broer woont. De succesverhalen van de eerder naar het buitenland vertrokken Italianen hebben namelijk een aanzuigende werking. En zo verlaat de een na de ander Italië.
Vanuit Luik belandt Mario in Eindhoven waar hij het vak leert bij de familie Ferrari. Hoe hij dan vervolgens in 1939 in Oss belandt? Alessandro weet dat er vroeger een ongeschreven regel was bij de Cadorini, de bewoners van Valle di Cadore waar tal van Italiaanse ijsbereiders hun roots hebben, dat je niet in elkaars ‘wijk’ gaat zitten. De cadorini verspreiden zich op die manier over Duitsland, Frankrijk, België en Nederland.
De eerste cadorini die een Italiaanse ijssalon starten zijn de families De Lorenzo uit Utrecht en Talamini in het oosten van het land. Alessandro’s opa start in 1942 in de Molenstraat met IJssalon Venezia. Het kopiëren van elkaars logo van Venezia IJssalons wordt stilzwijgend toegestaan.
Over de keuze voor Oss deelt Alessandro: “Mijn opa zei daarover tegen mijn vader: Ik ga niet in Den Bosch zitten, daar zitten de Friulanen (Zammatteo).” Leven en laten leven bleek het devies.
Mario, de eerste generatie
Mario en zijn vrouw Regina krijgen in Nederland drie kinderen: Celestina, Bortolino en Aldo. Celestina wordt in Italië geboren, de jongens daarna in Nederland. In tegenstelling tot andere Italianen wil opa absoluut niet dat de kinderen in Italië naar school gaan, iets wat je bij andere Italiaanse gezinnen uit die tijd wel ziet. Celestina vertrekt op haar 19e naar Italië; door haar talenkennis en opleiding wacht haar een mooie toekomst in il Belpaese. De broers blijven.
Ze moeten allemaal meewerken…
Alessandro: “Ook in die tijd werd er hard gewerkt. We hadden nannies in huis. De kinderen van opa hadden geen keuze en moesten verplicht meewerken. Als buitenlander val je namelijk als eerste terug op je gezin, op je kinderen, helemaal in die tijd. Als de zon scheen, was het druk, hectisch, stress. Alle hens aan dek, met de hele familie. Dat is nu heel anders... Sociale contacten waren er amper in die tijd; er moest bovenal gewerkt worden. Opa was hier heel geliefd; ze ervoeren openheid bij de lokale bevolking. Mijn vader groeide op in dit huis aan de Molenstraat, waar ook de ijssalon zit. Nu woont Zio Aldo er met zijn vrouw en zoon Aldo jr.”
Bo, de tweede generatie
Als Mario in 1976 met pensioen gaat, nemen zijn zoons Aldo en Bortolino, roepnaam Bo, de zaak over. “Het zijn echter twee totaal verschillende mannen; ze hebben allebei een andere visie” aldus Alessandro. Als het centrum in Oss begint te groeien in 1981 en zich begint uit te strekken naar De Heuvel, ontstaan er kansen. Landelijke ketens zoals de V&D en C&A vestigen zich in Oss. Op initiatief van Aldo tekenen de broers in voor een gezamenlijk ijs-meeneemkioskje op De Heuvel. “Vanaf dat moment zijn ze zakelijk langzaam uit elkaar gegroeid. In 1986 gaan ze elk zelfstandig verder. Het is gewoon zo gegroeid, er is geen sprake van een conflict ofzo.” En zo gebeurt het dus dat er lange tijd twee IJssalons La Venezia zijn in Oss, allebei van een andere telg van De Marco.
Alessandro, de derde generatie
Alessandro over Bo, zijn vader: “Ik vond mijn pa een grote, stoere man. Ik zag dat ie populair was, dat ie veel vrienden en vriendinnen had die met hem op stap wilden. Die allure, die wil je overnemen als kind. Ik heb er warme herinneringen aan.” Als Alessandro in de ijssalon zit, lijkt hij net zo bekend en geliefd te zijn. Er trekt een keur aan bekenden voorbij. Handen worden geschud, een kort woordje gewisseld, jong en oud krijgen aandacht.
Alessandro: “Als kinderen hebben wij nooit de druk gehad die mijn vader wel heeft ervaren. Hij had om die reden een hekel aan de ijssalon. Toen de ijssalon nog in de Molenstraat zat, kon hij nooit buiten spelen, kon hij nooit op vakantie. ’s Zomers moest er gewerkt worden. De echte liefde voor het vak heb ik, mogelijk daardoor, nooit bij hem gezien. Hij heeft ons, op zijn beurt, daarom nooit gedwongen om mee te helpen. Ik vond het zelf leuk om mee te werken. Maar ik moest naar school van mijn vader. Het werd een horeca-opleiding, maar dat was van korte duur.”
Als Alessandro 19 is, gaat hij voor zijn vader werken. Zijn zussen hebben geen belangstelling voor de ijssalon en studeren iets anders. In 2006 wordt hij mede-eigenaar; in 2010 volledig eigenaar. Bo stapt op dat moment terug en heeft geen echt actieve rol meer in de ijssalon. Hij doet wel de administratie. Daarover vertelt Alessandro: “Ik heb de totale vrijheid gehad. Dat lukte vooral goed als hij weg was, dan voelde ik die vrijheid het meest. Ik heb vaak zat mijn neus gestoten. Was ik tot laat op stap geweest en ging ik te laat open. Of had ik te weinig personeel ingepland. Ik heb het allemaal meegemaakt... Mensen hebben totaal geen idee wat het is om een ijssalon te hebben. Het is snoeihard werken. Dat lukt alleen als je er veel passie voor hebt.”
Alessandro: “Ik heb de opleiding tot gecertificeerd ijsbereider gedaan bij het IJscentrum Wageningen. Twee keer zelfs. Daar heb ik Alessio Agnoli uit Gorinchem leren kennen, die ook de ijssalon Venezia van zijn ouders overneemt. Ik heb ook gestudeerd aan de Università di Gelato di Carpigiani in Bologna.” Alessandro weet dus waar hij het over heeft, maar laat zijn ijs maken over aan een ijsbereider die hij in dienst heeft, later wordt duidelijk waarom
“De laatste 20 jaar is het vak in beweging. Het is zoeken om een goede balans te vinden. Onze melk komt rechtstreeks van de boer af. Wij pasteuriseren zelf. Ik vind het leuk om fruit zoals aardbeien en rode bessen van dichtbij te halen. En om contact te hebben met de boer of teler, om daar mee te kijek. Dat contact maakt het leuk.”
Alessandro is 12 maanden per jaar open, van 10-21 uur, ook in de winter. Het maakt hem minder seizoensafhankelijk, zo deelt hij. De kleurrijke vitrine met ijs, het rood-fluorescerende logo met zijn naam doen eigentijds aan. Voor de ijssalon een groot terras onder een luifel, binnen zitbanken, tafeltjes, stoelen, zowel voor bij de toonbank als achter, grenzend aan een patio. In het midden een langwerpige statafel met een niet te missen familiefoto. Daarachter lekkers voor de verkoop.
De zitplaatsen achter kijken ook uit op de grote glaswand van de bedrijfskeuken waar een ijsbereider vers ijs draait. “Toen ik de ijssalon verbouwde in 2020 heb ik bewust gekozen voor warme, zachte tinten. ’s Avonds kan ik het licht dimmen; er staan kaarsjes op tafel. Dat felle, steriele licht van een ijssalon past niet bij een winter- en avondopening. Ik verkoop ook ’s winters ijs hoor, maar het is dan meer een bijproduct. Cappuccino, gebak, warme wafels voeren de boventoon.”
“Toen ik ging verbouwen, heb ik ook besloten om ook een duidelijker onderscheid te maken tussen IJssalon Venezia op de Heuvel en hier. Ik wilde mijn eigen koers varen. Vandaar dat ik een eigen logo heb laten ontwerpen en dat de ijssalon nu mijn naam draagt.”
Als ie maar ijs- en ijskoud is…
Alessandro’s team bestaat uit jonge mensen, die hij actief betrekt bij de ijssalon. De creativiteit is o.a. terug te zien op zijn vrolijke, opvallende website. Naast de verhuur van een ijskar en verkoop van ijstaarten, staat er ook een zogenaamde bollenbox, een van zijn vindingen: twaalf verschillende bolletjes ijs, elk in een eigen vakje. De zelfgemaakte limoncello waarop zijn glunderende gezicht te zien is, is een letterlijke en figuurlijke erfenis van Hanneke, de tweede vrouw van zijn vader. Een uit de hand gelopen gouden vondst die inmiddels grif over de toonbank gaat bij menig Osse slijterij.
“We schillen de citroenen voordat we deze uitpersen voor ons citroenijs. Die schillen gebruiken we dan weer bij het maken van de Limoncello. Wat ooit begon als een probeersel van Hanneke om de reiskosten naar hun huis aan het Gardameer terug te verdienen, is uitgegroeid tot een ware business. Haar restaurantgasten waren er dol op. Tijdens de verplichte sluiting tijdens Corona verkochten de flessen als een dolle. Omdat je een officiële slijterijvergunning moet hebben, gaat de verkoop nu via lokale wijnhuizen en slijterijen.”
Niet alleen een ijssalon, maar ook een restaurant erbij
Noodgedwongen krijgt Alessandro in april 2022 ook het goedlopende restaurant Amici d’Italia onder zijn hoede. Het behoort tot dan toe aan Hanneke, de tweede vrouw van zijn vader. Ze wordt ziek in 2020; haar dochter Anna ontfermt zich vanaf dat moment over het restaurant. Hanneke komt uiteindelijk in maart 2023 te overlijden. Alessandro en Anna zetten er sindsdien samen de schouders onder. In de geest van Hanneke en Bo, die op oudjaarsdag 2021 overlijdt. De tussen het restaurant en de ijssalon liggende patio maakt het gemakkelijk om van de ene naar de andere zaak over te stappen.
“We hebben de kaart vereenvoudigd, ik heb Italiaanse koks in dienst. We kunnen Italiaans praten, maar werkinhoudelijk spreek ik liever Engels.” Het restaurant is, net als de ijssalon, zeven dagen per week geopend. En kent een trouwe klantenkring, net als de ijssalon.
In het knusse restaurant springt een wandvullende levensgrote foto in het oog. Een rijkelijk gedekte tafel met daaromheen een groot gezelschap gebroederlijk rondom pater familias Bo. Aan de ene zijde zijn eerste vrouw met de kinderen Elisa en Alessandro; aan de andere zijn tweede vrouw met hun gezamenlijke kinderen Anna en Rosa. Plus de kleinkinderen. In de foto zijn zelfs subtiel de ingelijste portretten van Bo’s ouders te ontwaren. Nu Bo en Hanneke er beiden niet meer zijn, koestert familie De Marco de bijzondere foto des te meer. “Het is en was een hecht gezin” onderstreept Alessandro. Dat hij zich sindsdien over de jongvolwassen kinderen van Hanneke en Bo ontfermt, vindt ie naar eigen zeggen “meer dan logisch; we komen uit een hecht gezin. Ik heb een gezin en de zaak. Bij hen begint het leven pas.”
Italianità
Wie de grote getatoeëerde Italiaanse laars op zijn arm ziet, kan wel vermoeden waar Alessandro’s hart sneller van gaat kloppen. “Ik voel me Italiaan, ben ook zo opgevoed. Maar heb wel een Nederlands paspoort.” Bij het voetbal en de Formule 1, is ie voor Italië.
“Ik ben er van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Ik ben alleen maar aan het werk. ’s Avonds vind ik het fijn om thuis te zijn. Ik ben te moe om uit eten te gaan. Genieten doe ik wel in de tuin. Daar hoef ik gelukkig niets structureels te doen; dat gaat ook niet. Als ik vrij ben, vind ik het leuk vind om overal ijssalons te bezoeken. Alleen het oosten en het noorden ben ik nog niet geweest.”
“Ik geef weinig om luxe; mijn vader was materialistischer; die was een echte losbol. Ik ben het meest trots op mijn opvoeding. De onbewuste dingen die ik mee heb gekregen van mijn ouders, ook al groeide ik vanaf mijn 8e vooral op bij mijn moeder. Ik lijk op beiden. De drive en passie heb ik van mijn moeder. Ik leer elke dag. Ik ben er nog niet...”