De Republiek Venezia had als handelsnatie contacten met de halve wereld. Dankzij haar contacten met landen als Egypte en Syrië, die al een lange traditie in de glastechniek hadden, kon Venezia de kennis die men al in huis had op een hoger peil brengen. De glasindustrie breidde enorm uit en op een zeker moment waren er zo'n 8000 handwerkslieden in werkzaam. Ter bescherming van deze waardevolle industrie nam Venezia zelfs protectionistische maatregelen. De import van glas werd verboden en buitenlandse glasmakers mochten niet in Venezia werken.
In de smalle steegjes van Venezia zorgden de glasovens echter regelmatig voor uitslaande branden en rookoverlast. Daarom vaardigde het bestuur van de stad in 1291 een verordening uit: alle glasovens moesten worden verplaatst naar het naburige eiland Murano. Op dit eiland waren al een aantal glasblazers actief en zodoende groeide de faam van dit eiland. Wie geen lid was van het glasblazersgilde, mocht het beroep van glasblazer niet uitoefenen. Wanneer een glasblazer het eiland wilde verlaten om elders te gaan werken, werd hij daar flink voor gestraft. De recepten en geheimen van de glasproductie werden van vader op zoon doorgegeven en Murano werd gaandeweg het centrum van de Europese glaskunst. Het was ook de enige plaats waar men in staat was om geraffineerde producten als glazen, flessen, coupes, lampen en ook specchi, spiegels te vervaardigen.
Innovazioni importanti, belangrijke vernieuwingen
Belangrijke ontdekkingen en vernieuwingen in de glasbewerking werden door een soort brevet beschermd. Rond 1450 ontwikkelde de maestro vetraio, glasmeester Angelo Barovier een kleurloos glas dat uitzonderlijk puur en helder was en op bergkristal leek, en daarom ook cristallo werd genoemd. Dit was iets bijzonders, want glas was tot dan toe niet helder doordat de grondstoffen verontreinigd waren.
Een andere belangrijke figuur in de glasgeschiedenis is Filippo Serena, hij ontwikkelde het filigrana a retortoli. Bij deze bijzondere techniek worden spiraalvormig vervlochten glasdraden op een dun oppervlak van kristalglas bevestigd waardoor er een motief van parallelle banen ontstaat. Deze techniek is heel bewerkelijk en wordt vandaag de dag nog steeds toegepast. Eerst wordt er een zogenaamde smalto gemaakt bestaande transparant glas waarin gekleurde glasbuisjes worden 'meegebakken'.
Vervolgens wordt de smalto opgerekt tot wel 15 meter en in stukken gesneden. In 1549 kreeg Vincenzo d'Angelo een brevet voor het met diamantpunt graveren van spiegels en geblazen voorwerpen. Daarmee werd een ragfijne, op kant lijkende decoratie op het spiegelkristal aangebracht. Zodoende maakten de Murano glasblazers met hun geraffineerde technieken steeds elegantere, verfijnde producten.
Het dieptepunt...
Rond de17e eeuw begon het tij te keren. De Republiek Venezia was op haar retour en amper meer in staat om de emigratie van glasblazers tegen te houden. Bovendien werden er in het buitenland allerlei nieuwe soorten kristalglas ontwikkeld. Zo produceerde Engeland een kristalglas op loodbasis, en Bohemen op haar beurt een kristalglas op kalium/calciumbasis met een hoog gehalte aan kalk.
In 1612 verscheen in Firenze het eerste handboek voor de glaskunst: "l'Arte vetraria" van Antonio Neri. Het handboek werd in verschillende talen gepubliceerd waardoor de Venetiaanse kennis wijdverspreid werd. Engeland en Bohemen profiteerde van deze kennis, zodat zij hun glas konden verbeteren. Maar de glasblazers op Murano ontwikkelden zich niet verder en bleven artistiek steken in hun oude stijl. Ook bleef de noodzakelijke technologische vernieuwing achterwege. Dit alles leidde ertoe dat er na de val van de Republiek Venezia, rond 1820, slechts 16 glasovens waren overgebleven.
De inhaalslag
De wederopleving kwam rond 1860 toen in Murano het Museo Vetrario , museum voor glaskunst, en de Scuola di Disegno per vetrai, de academie voor glasblazers, werden opgericht. Rond 1870 slaagde men erin om de bijna tweeduizend jaar oude Romeinse murrine weer te gaan produceren. Sindsdien zijn deze kleurrijke objecten een vast en beroemd onderdeel van de glaskunst van Murano.
Ook al maakten de glasblazers prachtige en ingewikkelde ontwerpen, ze bleven in de eerste plaats ambachtslieden en geen kunstenaars. Aan het eind van de 19e eeuw kwam daar verandering in. De eerste Biënnale van Venezia in 1895 bracht vernieuwende en avant-gardistische kunst bijeen uit heel Europa. De glasblazers gingen samenwerken met de deelnemende kunstenaars met hun vernieuwende ideeën, en zo ontstonden in de 20e eeuw meer en meer moderne ontwerpen. Naast de bestaande ambachtslieden ontstond er een generatie kunstenaars die kunstwerken in glas vervaardigde. Het Muranoglas was weer terug!
Scuola del Vetro
In 2001 is de Scuola del Vetro "Abate Zanetti" geopend, de opvolger van de oude Scuola del Disegno per Vetrai. Er worden een- en tweejarige cursussen en ook korte intensieve cursussen gegeven voor wie glasblazer of glasdecorateur wil worden.