Otranto
Otranto is wellicht een van de mooiste kustplaatsjes in de hak van Italia; een Middeleeuwse borgo met een fantastische ligging aan de Middellandse zee! Via la Porta Alfonsina kom je de geheel ommuurde borgo binnen; deze toegangspoort is samen met de vier torens van de vestigingsmuur een mooi voorbeeld van l’architettura militare, militair architectonisch bouwwerk. Het is in 1480 gebouwd door de Aragonezen (een volk afkomstig uit Spanje) na de Turkse aanval op het stadje, waarbij 800 burgers de dood vonden. Een luguber detail is dat de botten en de schedels van de omgekomen burgers gebruikt zijn in de Romaanse kathedraal van Ortranto.
Wanneer je wandelt door het prachtige, oude centrum van Otranto, ben je het waarschijnlijk geheel eens met de woorden van de Italiaanse schrijver en journalist Roberto Cotroneo: “Dove gli anni non passano e tutto sembra compenetrarsi”, “waar de tijd heeft stilgestaan en het heden en verleden samensmelten.” Otranto staat bekend om de zeer bijzondere 12e eeuwse mozaïekvloer in de Romaanse kathedraal. Ook leuk om te bezoeken zijn de kleine Byzantijnse basiliek San Pietro en il Castello aragonese; dit kasteel heeft Ferdinando d’Aragona laten bouwen in 1486 na de bezetting door de Turken en vormde destijds een van de belangrijkste verdedigingswerken van Otranto.
Bovino
Bovino ligt op de grens tussen Puglia en Campania en heeft eeuwenlang een strategische rol gespeeld in de verbinding tussen de Adriatische en Tyrrheense Zee. Het wordt dan ook niet voor niets Il borgo degli ottocento portali di pietra, de borgo met meer dan achthonderd monumentale poorten, genoemd. Ook vandaag de dag zijn er nog talloze aanwijzingen uit het verleden terug te vinden…
Zo zijn de pavimentazione in pietra di fiume, plaveisel van kiezelstenen, de huizen met de traditionele copertura a embrici, dakpannen, en de volte a botte in mattoncini, tongewelven van kleine bakstenen, zeer kenmerkend voor Bovino. Maar ook de Middeleeuwse adellijke gebouwen met verrassende binnenhofjes die je betreed via de bijzondere portali, monumentale poorten, zijn meer dan moeite waard. Een leuk weetje is dat er welgeteld meer dan achthonderd van deze portali te vinden zijn die symbool staan voor potenza, macht, en orgoglio, trots, van de lokale adel.
Bovendien telt Bovino maar liefst zeven kerken, waarvan de 13e eeuwse Basilica cattedrale vooral door la facciata romanica, de Romaanse gevel, het meeste opvalt. Op een van de nabije heuvels staat het majestueuze Palazzo ducale, dat oorspronkelijk is gebouwd door de Noormannen in de 11e eeuw. Wil je zelf eens ervaren hoe het is om als adellijke te hebben geleefd? Vandaag de dag kun je hier overnachten als echte vorst.
Vico del Gargano
A prima vista, op het eerste gezicht, heeft Vico meer iets weg van il parente povero, de arme tak van de familie, vergeleken met andere stadjes als Peschici en Vieste. De Gargano, een bergachtig gebied in Puglia waar deze dorpjes zich bevinden, staat ook wel bekend als de Spoor van de Laars.
Vico del Gargano is een pittoresk, authentiek stadje dat echter ook tekenen van verval vertoont. Dit verklaart wellicht ook wel waarom Vico nog relatief onontdekt is. Maar schijn bedriegt! Vico is namelijk een stadje con grande potenzialità, met veel potentieel. Een bewijs hiervan is het project albergo diffuso, in Vico opgezet en uitgevoerd door de internationaal bekende Italiaanse binnenhuisarchitecte en industrieel ontwerpster Gae Aulenti. De albergo diffuso biedt hotelaccommodaties in een bijzondere historische en authentieke omgeving.
Wat opvalt aan de Middeleeuwse boerderijen in Vico is dat lo spazio domestica, de woonruimte, zich op de eerste verdieping bevindt. De stallen bevinden zich gewoonlijk op de begane grond en in de grote keuken rond il focolaio, de haard, speelt zich gewoonlijk het dagelijkse leven af. Het leuke is dat ieder huis weer met een andere schoorsteen is verfraaid; de rijkste families brachten zelfs il loro stemma, hun familiewapen, op la canna fumaria, het rookkanaal, aan. Ook bijzonder zijn de ‘pieddi’, i caratteristici scalini, karakteristieke trappetjes, bij de voordeur van de huizen. Wandel door het oude centrum en ontdek de vele spazi sottoranei, ondergrondse ruimtes, die het stadje rijk is. Deze ruimtes dienden vroeger als necropoli e cimitero, necropool en begraafplaats, maar in deze ruimtes stonden vroeger ook i trappeti ipogei, onderaardse olijvenperzen, testimoni muti, stille getuigen, van een uitgestorven boerencultuur . Deze trappeti werden ook wel eens ’trappeti a sangue’, letterlijk ‘bloed’, genoemd, om aan te geven hoe zwaar het werk voor de arbeiders was.