
Dit klinkt heel inspirerend, dus vol goede moed begonnen we rond middernacht aan de wandeling. De weg ging omlaag... en omlaag... en omlaag... en dat was, gezien de heenweg, wel logisch. Ik zag het helemaal zitten, dit werd een makkie. Uit volle borst zong ik mee met de pelgrimshymne: "Sapete voi che c'è nel mondo una gran casa? E' la dimora del Nostro Signor. Pieni di forza, di grazia e di gloria. E' la dimora del Nostro Signor." (Red: Weten jullie dat er op aarde een groot huis is? Daar woont Onze-Lieve-Heer. Vol kracht, genade en glorie. Daar woont Onze-Lieve-Heer.) Maar na iets van zestien keer hield ik het maar voor gezien. Ik waagde nog een poging om de anderen de Nederlandse versie (Ik heb een potje met vet) bij te brengen, maar ondertussen was het 02:00 en kostte het iets te veel energie. Om ons af te leiden en alles nog een beetje leuk te houden, kregen we op een gegeven moment allemaal een kaars in een kleurig, brandbaar papiertje. In de donkere, windstille nacht lichtten 300.000 kaarsjes op. Heel bijzonder, maar het nadeel was dat ik nu de mensen kon zien die vooraan liepen en die liepen kilometers, ki-lo-mé-ters verderop. Maar ik sprak mezelf moed in: "tegen de tijd dat ik daar loop, zijn we er al bijna."
Dat bleek niet waar te zijn. Rond 04:00 hoorde ik iemand zeggen dat we nog niet eens op de helft waren en toen zonk de moed mij in de schoenen. Die schoenen gingen ook steeds krapper zitten... Ik was heel erg aan een pauze toe, maar daar was geen tijd voor. Ik kon héél even op adem komen toen een van ons besloot om toch maar het steentje uit zijn schoen te halen, dat hem al uren dwars zat. Aanvankelijk liet hij ‘m zitten ter extra penitentie (verder zijn mijn Italiaanse vrienden perfectly normal hoor), maar nu had hij lang genoeg geleden. Nu kon ik ook mooi van de gelegenheid gebruik maken om een van de omaatjes aan te spreken die in alle dorpen langs de kant van de weg zaten te kijken. Had ze nu de hele nacht op ons zitten wachten? Ja, inderdaad, er viel in haar dorp weinig te beleven en dan is het toch leuk om naar zo'n jaarlijkse polonaise te kijken.
En toen liepen we weer verder... Langzaam begon het licht te worden en rond 06:00 stonden er kraampjes langs de weg met gratis ontbijt. Hè hè, dan zijn we er nù ècht bijna, nog maar één berg beklimmen. Maar... toen we aan de top kwamen, zag ik... heel in de verte... echt heel in de verte... de voorste deelnemers de volgende berg alweer beklimmen. Toen verviel ik in een waar delirium; ik begon keihard te lachen en het schijnt dat ik heb staan brullen: "Questo dev'essere l'inferno di Dante!" (Red: "Dit moet Dante's inferno zijn!") Wat natuurlijk geen goed idee is tijdens een vrome pelgrimstocht, maar op dat moment was ik niet meer toerekeningsvatbaar, dus ik kon er gewoon niets aan doen.
Om 08:00 konden we de kerk van Loreto zien liggen op... een... berg. Daar ga ik tenminste vanuit, want ik kan me er weinig van herinneren. Ik heb voor het eerst in mijn leven slapend gelopen (of lopend geslapen, het is maar hoe je het bekijkt) en moest door de anderen meegesleurd worden om nog enigszins vooruit te komen. Om wakker te blijven, lieten ze me de hymne zingen, die ik onderhand kon dromen, maar meer dan wat gelal kwam er niet meer uit ("Sapeeeeeeeete voioioi che c'è... che c'è...eh..."). Nu was het de bedoeling dat alle deelnemers zich bij de Madonna zouden verzamelen om haar te bedanken, maar ik heb haar helemaal niet kunnen bewonderen, aangezien ik op het plein in elkaar gezakt ben. Bovendien was ik haar niet héél erg dankbaar... Mijn 'vrienden' hebben mij toen bruut aan mijn lot overgelaten en zijn de kerk in gegaan. Ik werd wakker in de sterke armen van de buschauffeur die mij naar zijn bus bracht. Bij S. (de aanstichtster) thuis konden we onze roes uitslapen en daarna had haar 'mamma' de pasta klaar. Nu had ik heel graag daar nog wat willen blijven om mijn getormenteerde voetjes wat rust te gunnen, maar de trein naar Bologna stond alweer klaar. Daar zou ik nog wat over zeggen, dus in het kort: het was een trein uit het stenen tijdperk, waar je goed contact kon maken met de mensen naast en tegenover je, ook als je er niet van gediend was. Een voordeel is dat ik nu veel meer respect heb voor sardientjes. Bovendien zouden we om 17:00 in Bologna aankomen, maar dat werd 22:00. Gelukkig had ik geen puf meer over om te verkondigen dat in Nederland alles vééééééél beter is.