
Ik speel zelf een jaar of drie gitaar en ben ook net begonnen met contrabas. Muziek maar ook de theorie erachter vind ik gewoon interessant. Het was ook een fijne afleiding tijdens mijn eindexamen. Maar goed. We gingen dus, zoals altijd, naar Italië. Omdat ik zo enthousiast was over de opera Rigoletto, besloten we ook naar de opera te gaan in de arena van Verona. Het werd Aida, ook van Giuseppe Verdi. Van tevoren gelezen waar het verhaal over gaat en een beetje gegoogled, maar ik had nooit bedacht dat het zo vet zou worden!
Naar de opera in de Arena di Verona
Omdat de opera pas om 20.45 uur start en naar verwachting tot middernacht duurt, boeken mijn ouders een appartement, midden in de binnenstad van Verona. Verona is leuk, maar wel super toeristisch. We moeten wel even wennen aan het feit dat je meer Nederlands en Duits hoort op straat dan Italiaans. Maar ja, hé, wij zitten normaal altijd ver weg van de toeristen in een klein dorp waar mijn bisnonni, overgrootouders, vandaan komen. Daar is geen bal te beleven; het ligt gelukkig wel centraal voor leuke uitstapjes naar de bergen, zee en shopping ?

Piazza delle Erbe Verona
Mazzel
We doen overdag een rondje Verona en checken waar de ingang is waar we ons moeten melden. We zien heel wat security controls bij die ingangen, maar ook op het plein zelf zijn er veel poliziotti en bewaking. Lijkt overdreven, maar ja, er gaan wel 15.000 man in de Arena van Verona! Omdat mijn moeder voor haar werk in de Arena moet zijn, mogen we er via de artiesteningang in. Echt vette mazzel! Daar sta je dan; je ziet zangers, koorleden, orkestleden voorbij schieten in de oude, metershoge gangen. Je ziet waar de kleedkamers voor de dames en verderop van de heren zijn en waar de grime wordt gedaan. Af ten toe opzij gebonjourd omdat er weer een groot muziekinstrument of belangrijk persoon langs moet. Zo net voor aanvang van de voorstelling is het echt megadruk daarachter. Het is niet super hectisch, maar we staan dus af en toe wél in de weg… Permesso! Hé, mag ik er langs?! Occhio! Let op! Attenzione!
Het idee dat hier 2000 jaar geleden ook al mensen liepen… wow. We horen over de gladiatoren en leeuwen die er vochten, over de enorme zeeslagen die er plaatsvonden, maar ook over de bordelen en winkeltjes die er vroeger in de Arena waren. Af en toe zien we via een van de trappen die naar boven de Arena in leiden een glimp van het decor van de Aida. Dat gaan wij straks dus zien van de andere kant. Spannend!
Maestro van het koor van Aida
We maken kennis met Vito Lombardi, de Maestro van het coro, koor. Het koor van de Aida bestaat uit 158 man en is het grootste ter wereld, vertelt hij. Dat is ’s zomers. Als ze ’s winters in het theater optreden, zijn er zo’n 100 man minder. Hij vertelt dat er ook nog kinderen bij zitten met voci bianche. Dat is als je nog geen baard in je keel hebt. Even later zien we er een paar lopen, aan de hand van een aantal van de 100 figuranten. Het is ongelofelijk dat die dirigent het zo ver heeft weten te schoppen dat hij dirigent mag zijn bij een van de grootste spektakels ter wereld en dan op deze locatie!
Vito Lombardi tipt ons dat we vanavond een bijzondere Radamès, de mannelijke hoofdrolspeler, zullen horen. De rol wordt deze avond vertolkt door tenor Gregory Kunde. Hij schijnt de enige te zijn die een bepaald stuk van de Aida zingt zoals Verdi het had bedacht. Hij gaat van mezzoforte naar forte naar fortissimo naar forte fortissimo om vervolgens heel mooi af te bouwen van mezzo forte naar mezzo piano, piano, piano pianissimo. Opletten dus!
De tweede dirigent van Aida
Ook maken we kennis met de tweede dirigent. Of ik nog een muzikale vraag heb, vraagt hij, want hij moet verder, het koor wacht op hem. De stress achter de schermen loopt ietwat op. Ik zal je niet vermoeien met mijn vragen want die gaan te diep in op de muziek. Maar wat ik wel vet vind, is dat ie ons wijst op een paar van de interessante muzikale dingen van de Aida. Aan het begin van de derde acte spelen violen het geluid van kabbelende golven ’s nachts op de Nijl. Die worden over vier octaven van G gespeeld. Je staat er niet bij stil, maar eigenlijk is het geniaal dat Verdi dit door violen heeft gecomponeerd en niet voor fluiten, wat je normaliter mag verwachten, aldus de dirigent. En inderdaad, als het eenmaal zo ver is, horen we wat hij bedoelt. Een volgende keer ga ik me dus niet alleen inlezen in het verhaal, maar wil ik me ook in dit soort dingen verdiepen. Balen dat er niets over te vinden is!
Muziek bestaat niet!
Hij vraagt of ik zelf ook muziek maak en als hij hoort dat ik naast gitaar ook contrabas speel, vertelt hij dat veel maestro’s beginnen met contrabas omdat dit minder ingewikkeld is dan bijvoorbeeld viool en omdat je zo de werking van het samenspel van een orkest beter begrijpt. Hij besluit met “La musica non esiste! Nel momento che esiste, non c’è più, ma nasce la memoria.” Wow, das een nadenkertje! Hij zegt dat muziek niet bestaat. Op het moment dat de muziek er is, is het er niet meer maar wordt het een herinnering. “Als het ons tijdens een optreden lukt om net als een mago, tovenaar, bij al die mensen in de Arena eenzelfde herinnering achter te laten, is onze missie geslaagd.” En weg is ie….
We horen een omroeper door de luidsprekers in de quinte, backstagegangen, aankondigen dat het nog een paar minuten is tot aanvang van de opera. Die gangen blijkt uiteindelijk de enige plek te zijn waar geluid wordt versterkt… in de Arena di Verona wordt de opera door de artiesten namelijk onversterkt opgevoerd. Aanwijzingen aan het publiek zijn wel versterkt. Tijd om naar onze plaatsen te gaan.
In de Arena van Verona
Daar zit je dan, met je ouders. We zien een indrukwekkend podium waarop een gouden piramide staat, ervoor de verzonken orkestbak. Voor, achter en opzij van ons wemelt het van de mensen, maar toch heb je niet het idee van massaliteit. De een trippelt op hoge hakjes voorbij in een feestelijke glitterjurk, de volgende schuifelt in korte broek en shirtje voorbij op zijn slippers. Het bestaat naast elkaar. Er wordt niet gewezen of afkeurend gekeken, er wordt niet geoordeeld. Iedereen mag zijn zoals ie is.
Recht tegenover het podium staat nog een stuk van de stenen Arena fier omhoog. Het wordt mooi verlicht en boven ons zien we het langzaam donkerder worden. Het is nu al gaaf. Mensen kletsen. Langzaam doven de lichten, het orkest begint te spelen, het wordt muisstil. Ik kan bijna niet geloven dat er zonder versterking wordt gespeeld. De akoestiek is zo goed dat je de stemmen ook hoort als ze heel zacht en klein zingen.
Helaas horen we achter ons ook een stelletje mensen af en toe erdoorheen kletsen. Shut the f*ck up, wil ik zeggen, maar ik houd me in. Zo irritant! Wat ook stom is, zijn die mensen die ondanks dat het niet mag, toch foto’s maken. Wie flitst leidt niet alleen de toeschouwers af, maar ook de hoofdrolspelers!
Maar goed, je komt ogen en oren tekort! De helft van de Arena wordt in beslag genomen door het podium en je ziet de figuranten uit alle hoeken en gaten van de Arena komen. Ze verspreiden zich over het immense decor. Het decor wordt telkens anders uitgelicht en je gaat echt op in het verhaal. Er komen dansers in voor en de kostuums en het theaterspel van de hele cast neemt je mee in het verhaal. Het verhaal van de Aida heb ik gelukkig vooraf gelezen dus weet ik gedurende de opera gelukkig waar het over gaat. Tussendoor spiek ik mee op het grote scherm tegenover ons. Daar staat wat ze zingen in (oud)Italiaans en in het Engels ondertiteld. Wel zo handig.
Aan het einde van de eerste akte wordt er luid geapplaudisseerd. “Brava Susanna,” wordt er vanuit het publiek geroepen. Zij vertolkt deze avond de rol van Aida. Het geschreeuw werkt blijkbaar aanstekelijk want anderen doen ook mee. “Bravi!” Tja, hoe vertaal je dat? Hulde! Wij krijgen er in elk geval kippenvel van ?.
Regen
Aida is een opera in vier akten en duurt in principe 3 uur en een kwartier. Tenzij het gaat regenen. Dan leggen ze de boel plat. De opera speelt zich namelijk af in de open lucht en die instrumenten kunnen geen regen verdragen. Het gebeurt bij ons een paar keer dat het een beetje gaat druppelen en dus ook dat de opera wordt stil gelegd. Geen gemopper, geen gemor, mensen blijven gelaten zitten, halen een ijsje of iets te drinken.
Soms ontstaat er aanzwellend geklap waarbij het publiek de maestro duidelijk lijkt te willen maken dat het gedruppel is opgehouden en dat ie weer aan de bak moet. Gelukkig kunnen we elke keer na een korte onderbreking verder. We hoorden echter ook dat het soms wel 2 uur kan regenen en dat het spektakel daarna weer verder gaat. Met “Signore e signori, lo spettacolo riprende in pochi minuti,” worden we gewaarschuwd weer op ons plek te gaan zitten omdat de opera weer gaat beginnen.
Pauze
Tijdens de eerste, tweede en derde akte is er een pauze waarbij het decor wordt omgebouwd. Tussen akte drie en vier is er bij Aida bijna geen pauze; je wordt vooraf gevraagd dan te blijven zitten. De eerste akte duurt net als de tweede 40 minuten. Akte drie en vier duren samen 65 minuten.
Ga je in de pauze naar het bagno, toilet, dan sta je daar, je kijkt omhoog in die krochten en ziet weer die eeuwenoude muren… indrukwekkend. Sommige mensen verlaten de Arena; grappig genoeg ben je er zo uit. Je moet natuurlijk wel weer via de veiligheidscontroles naar binnen, dus het is wel tricky om op tijd te zijn. Ongetwijfeld gaan mensen naar buiten om te roken of wellicht daar een drankje te doen in een van de barretjes op het plein. Je kunt het ook in de Arena zelf halen. Zelf iets meenemen mag namelijk niet; er wordt bij de ingang ook op gecontroleerd. Gelukkig trakteert mijn pa, want het kost natuurlijk heel wat meer dan buiten in een barretje. ?
Het slot
Na de vierde akte is het een paar seconden stil in die hele grote Arena, dan draait de maestro zich om en barst een applaus los van, ik denk wel, 10 minuten. Weet je wel hoe mooi dat moment is?! Minder vind ik dat je pijn aan je handen krijgt van het klappen, hahaha. Mijn ma vindt juist het moment prachtig dat iemand uit het publiek, net voordat de ovatie begint, luidkeels ‘Viva Verdi’ de Arena inschalt.
Na afloop van de opera
Het programma is door de onderbrekingen van de regen uiteindelijk een half uurtje uitgelopen. Het is dan ook half 1 als we het plein oplopen dat zwart ziet van de mensen. Mijn ouders zijn wel toe aan een biertje. Heel wat anderen schuiven dan nog aan tafel voor een souper – pfff, ik moet er niet aan denken, ik ben moe! En vol van mijn eerste echte opera in de open lucht. Normaliter zou ik niet uitgepraat raken, maar nu ben ik echt bek af. Ik zie de barman nog wel trucjes doen bij het shaken van cocktails voor andere gasten, maar wil eigenlijk gewoon naar bed. Als we tien minuten later het barretje uitlopen, blijkt het overvolle plein gewoon leeg te zijn. We lopen terug naar ons appartement, slenterend door het stille centrum van Verona en ik kan alleen maar denken “Wow, wat voor een vette voorstelling was dat!”