

Vergane glorie in Taormina
Een bezoek aan Sicilië stond geruime tijd op ons verlanglijstje. Kortgeleden, op Goede Vrijdag was het zover. Nadat Michiel, onze zoon, in het vliegtuig was gestapt (hij vierde zijn Paasvakantie liever bij familie in Nederland), zoefden wij vanuit ons Napoli met hoge snelheid over de snelweg, zuidwaarts.
We hadden vijf dagen en wilden tenminste een paar interessante plaatsen in het oosten, zuiden en noorden van Sicilië bezoeken. Gekkenwerk? Welnee, niet met de rijstijl van Gerard én het feit dat het toeristenseizoen nog niet was begonnen.

In de verte.....Savoca
Zuidwaarts op de A3
Op de A3, berucht vanwege haar slechte staat, moesten we onze plannen bijstellen. Het verkeer stagneert hier behoorlijk en dat wordt veroorzaakt door de vele wegafzettingen die het asfalt moeten sparen en ongelukken voorkomen. Het is evenmin bevorderlijk voor je humeur, maar gelukkig voert de A3 dwars door Calabria en aan dat uitzicht mankeert niets. Glooiende heuvels, volledig bedekt met een zachtgroen grastapijt, uitbundig bloeiende bomen en mimosastruiken houden je wel in vakantiestemming...
Villa San Giovanni
Na een overnachting in Rogliano, een dorpje ten zuiden van Cosenza, bereikten we op zaterdagmorgen het plaatsje Villa San Giovanni, ruim twintig kilometer voor Réggio di Calabria. Ook hier kun je de overtocht naar Sicilië maken en is een enkeltje in het voorseizoen niet duur: voor een normale gezinsauto betaal je 21 euro. Bovendien brengt de boot je heel snel, in hooguit een half uur, naar de haven van Messina.
Rechtsomkeert
Op Sicilië waren de weergoden ons goedgezind, met een temperatuur van 21 graden en een fris zeebriesje hadden we het héél goed getroffen. We reden in no time over de snelweg, richting Taormina. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Het dorpje Savoca ligt in het gebergte van Monti Peloritani en is slechts via een kustweg, de SS 114 te bereiken. In Taormina moesten we rechtsomkeert maken.

Savoca, een typisch Siciliaans dorp
Steeds hoger de bergen in
De SS 114 gaat al snel over in de SP 12, de SP 15 en SP19, maar welk nummer ook, de weg voerde almaar hoger de bergen in, werd steeds smaller en heeft enkele, zeer scherpe haarspeldbochten. Er kwam geen klacht over onze lippen, want het uitzicht was adembenemend. Langs de weg stonden vele vruchtdragende citroenboompjes en cactussen, volop bloeiende mimosastruiken, zelfs het onkruid langs de weg bloeide in de mooiste kleurschakeringen.
Casalvecchio
Met het oog op de vervaarlijk slingerende bergpaadjes, de diepe dalen en ravijnen beneden ons, alsook de vele minikapelletjes, alle voorzien van beschermheiligen en verse bloemen, namen we gas terug. Het was een pittig eindje rijden, maar na een uur doemde eindelijk het middeleeuwse dorpje Casalvecchio op, een plaatje om te gaan zien! Op een hoge bergtop gelegen, ligt het pal tegenover Savoca dat op de volgende bergtop werd gebouwd. Che bello!! In Casalvecchio werd ons geduld nog even op de proef gesteld: de doorgaande weg is hier zo smal dat wij met onze Passaat driemaal achteruit moesten om een tegenligger doorgang te verlenen.

Gerard of Al Pacino in Savoca
Savoca
We reden Savoca pas rond het middaguur binnen. Op dat tijdstip oogde het ingeslapen, maar daaraan zijn wij inmiddels gewend geraakt. Waarom toch zo gebrand op Savoca?
In de maffiafilm The Godfather speelt acteur Al Pacino (mijn favoriet!) de rol van de jongste zoon, Michael Corleone. Op Sicilië wordt hij verliefd op de beeldschone Apollonia en trouwt daar ook met haar. Zowel de bruiloftsscène en een aantal andere, werden in Savoca opgenomen.
Bar Vitelli
Al gauw zaten wij op het terrasje voor Bar Vitelli, op dezelfde plaats waar ooit Al Pacino met zijn Barlijfwachten zat. Daarna kreeg ik nog net de gelegenheid om in het café rond te neuzen. Il padrone hing hier jaren geleden foto's van de filmscènes en ingelijste krantenartikelen aan de muur. Na het fotograferen sloot mevrouw "Vitelli" resoluut de deur: tijd voor de siësta!
Het gaf niets, we waren alweer op weg. We liepen over hetzelfde pad waar ooit "Michael met zijn Apollonia" liep, op weg naar de Chiesa San Nicolò waar de huwelijksinzegening werd gefilmd. Vanaf het plein vóór en het pad achter deze kerk, geniet je van een spectaculair uitzicht over het dorp en de omgeving.

Bar Vitelli
Chiesa Santa Lucia
Natuurlijk ziet Savoca er allang niet meer uit zoals in de film. Dankzij een grondige restauratie is het een prachtig dorp geworden. Het zal nog veel mooier worden, want men is nog lang niet klaar. Voor het piepkleine, zeer oude kerkje, de Chiesa Santa Lucia, wordt het echt hoog tijd: de preekstoel is er van de muur gevallen en het altaar totaal verweerd. Ben je in de buurt, dan is Savoca in het voorjaar beslist een aanrader, vooral wanneer je van spectaculaire panorama's en typische Siciliaanse dorpjes houdt!
Taormina
Zoals verwacht, verliep onze reis bergafwaarts veel sneller en reden we al gauw weer over de SS 114, opnieuw richting Taormina, een zeer toeristische badplaats. De stad is hooggelegen, maar een kabelbaan en speciale bussen brengen je in een wip naar het strand. Een alternatief is natuurlijk een bezoekje aan het oude centrum met de vele keramiek- en marsepeinwinkels en het oude Greco-Romano Teatro. We aten een overheerlijke pizza in ristorante Bella Blu en reden daarna verder, op zoek naar een hotelletje in de buurt van de Etna, ons volgende doel.

De kabelbaan van Taormina
Een hotel met alleen een receptionist
Pas uren later vonden we er een in Nicolosi met de toepasselijke naam Etna Garden Park Hotel, héél dicht bij de Etna dus. Behalve de receptionist, was er geen personeel aanwezig. Logisch, want de volgende dag was het Pasqua, eerste Paasdag. Om die reden was het restaurant gesloten en serveerde men diner noch ontbijt.
We werden verwezen naar een restaurant in de nabijheid van het hotel. En dat bleek een verrassing! Want we hadden het niet in zo'n klein dorpje verwacht, zo'n ristorante molto particolare! In "Macumba" waan je je in Afrika, vanwege de thematische ambiance, de ritmische tamtammuziek, donkere sfeerverlichting (waar in Napoli vind je dat nog?) en zeer ijverige, vriendelijke obers. Het moet gezegd: het smaakte net iets anders, onze bistecca op z'n Afrikaans!

De Etna en geen hond op de weg
Etna
Op Pasqua waren we vroeg uit de veren, pakten ons boeltje en reden snel door naar de Etna. Dat kon, want er was niemand te zien op de weg. Het was prachtig weer en ik zag ons al zitten: romantisch picknickend onder een strakblauwe lucht met op de achtergrond de Etna en misschien een dun rookpluimpje, komend uit een van de kraters...?
Al snel begonnen we ons een stelletje eenzame maanreizigers te voelen, omringd door het futuristische landschap vol grote, zwarte brokken lavagesteente, waartussen geen spoor van gras, bloemen of bomen te ontdekken viel. Lange tijd hadden we alleen het lavagesteente, de hemelsblauwe lucht, het zwarte asfalt en elkaar om naar te kijken...
Maar hoe hoger op de Etna, des te meer er te zien valt. In de verte doemde een rij huisjes (souvenirwinkels) en vlaggenstokken op en reden de eerste touringcars bergopwaarts.
Op de Etna worden wandeltochten georganiseerd, van verschillende afstanden met of zonder een bezoek aan een krater. Maar heb je gekozen voor een wandeltocht mét, verwacht dan niet tot de rand van zo'n krater te komen, want dat is verboden.
Er is een klein winkelstraatje met een paar snackbars en souvenirwinkels, maar op dit punt van mijn reisverslag, zal ik eerlijk zijn: wij kwamen helemaal niet voor een wandeltocht noch voor een souvenir, maar voor een lekker ontbijtje, een warme espresso en een blik op de Etna.

Een Griekse stad, uit de rotsen gehakt...Siracusa
Siracusa
Wij wilden zo vlug mogelijk door naar Siracusa. Dat leek ons veel interessanter, want Siracusa was ooit een machtige Griekse stad met een bijzonder sterke vloot. Zij versloegen hiermee de Atheense vloot en brachten die voor de kust tot zinken. Een hele prestatie, want in die tijd waren Athene en Siracusa rivaliserende steden, maar de vloot van Athene gold als onverslaanbaar.
Op het eiland Ortigia zijn verschillende tempels, paleizen, musea en kerken te bezichtigen. Wij kozen echter voor het Parco Archeologico della Neapolis in Siracusa, want hier is een bezichtiging van het Teatro Greco en Anfiteatro Romano zeer de moeite waard.

Siracusa, teatro Greco met plaats voor 16.000 mensen
Het gehele Teatro Greco is uit de rotsen gehakt en zeer ruim van opzet: het bood plaats aan maar liefst 16.000 mensen!
Dichtbij het theater bevindt zich een rotsachtig gebied, het Latomia del Paradiso.
Anders dan de naam doet vermoeden, was dit de gevangenenwerkplaats. In onderaardse tunnels moesten de gevangenen rotsblokken uithakken die voor vele Griekse bouwprojecten werden gebruikt. Deze tunnels bestaan niet meer. Na een aardbeving in 1693 stortten zij in.
Op hetzelfde terrein bevinden zich twee grotten: Grotta dei Cordari en Orrechio di Dionisio. De grot Orecchio di Dionisio is 23 meter hoog en 65 meter diep.

Siracusa, lijkt dit nu op een oor of niet
De ingang heeft de vorm van een oor. Het zou daardoor een bijzondere akoestiek hebben: het verhaal gaat dat in vroeger dagen in deze grot vanuit de onderaardse tunnels het gefluister van de gevangenen te horen was... De Grotta dei Cordari is minstens even hoog en werd zo genoemd, omdat in deze grot de touwslagers hun zelfgemaakte touwen uitprobeerden. Helaas is deze grot tegenwoordig gesloten voor publiek.
Het Griekse gedeelte sprak veel meer tot onze verbeelding dan het Romaanse Anfiteatro waar "slechts" gladiatoren vochten en paardenraces werden gehouden. Waarom? Omdat we in het Teatro Greco direct de vorm van de ingang van de Griekse grotten herkenden. Die kwam namelijk precies overeen met die van de Grot van Sibylle in ons "eigen" Parco Archeologico te Cuma, vlakbij "ons" Napoli!
Agrigento
Na Siracusa hield de snelweg op en moesten we verder over een tweebaansweg. De reis verliep ineens tergend langzaam. Via Modica, Ragusa, Gela, Palma di Montechiaro en vele andere dorpjes bereikten we Agrigento pas tegen het einde van de middag.

Tempio Giove in Agrigento, waarbij je je heel nietig voelt
Deze stad heeft een bijzonder goede strategische ligging. Op een hoge heuvel gebouwd, verkreeg men een weids uitzicht over de zee en dit geldt ook voor de Valle dei Templi, vallei van de tempels, het kenmerkende oude Griekse deel van Agrigento. In de Valle dei Templi staan 5 belangrijke tempels waaronder ook het massieve Tempio di Giove. Alle tempels zijn rond de 5e eeuw v. C gebouwd en in verschillende staat, omdat ze eeuwenlang hebben blootgestaan aan aardbevingen en vandalisme.
De Tempio di Giove is nooit helemaal afgebouwd. Ooit besloeg hij een oppervlakte van 112 bij 56 meter. De twintig meter hoge zuilen staan er nog steeds. De beelden niet meer, maar die moeten eveneens kolossaal zijn geweest. Wat voelde ik mij daar klein en nietig!
Draag gemakkelijke schoenen bij een bezoek aan de Valle dei Templi. De tempels liggen wijd verspreid en wanneer je alles wilt bekijken, moet je een heel eind tippelen. Veel toeristen, vooral le donne, op hun "Pasquabest" gekleed en strompelend op hun hoge hakken, hadden zich in de afstand vergist...

Niet alles is goed bewaard gebleven in het oude Agrigento
Noordwaarts
Aan het eind van deze trip moesten wij een keuze maken: doorrijden, richting noorden of nog een kijkje nemen in het "moderne" Agrigento en daar een ristorante en hotel zoeken zodat we ‘s morgen weer fris en vrolijk verder konden? Het "beter van niet" was mijn idee. Ik schreef immers al eerder over Pasquetta, 2e Paasdag, berucht vanwege de drukte en de files op de wegen. Dáár wilden wij voor geen goud in terechtkomen. Dus waren we alweer op weg, noordwaarts, maar dat hadden wij beter niet kunnen doen...
We vlogen over wegnr. 189, langs piepkleine dorpjes, grote plaatsen, vele ristoranti, hotels, en stopten geen enkele keer. Het was heerlijk rijden, met zo weinig verkeer op de weg. We hadden tijd genoeg en nog geen trek... Maar toen werd het plotseling donker en begon de honger te knagen. Waar het op nr. 189 stikt van hotels, motels en ristorante, zo niet op nr. 121. Het werd almaar later en tot overmaat van ramp zakte ons humeur tot ver onder het nulpunt. Zouden we door moeten naar Palermo, die grote, drukke stad die wij eigenlijk wilden overslaan?

Chiesa San Nicolo inclusief het beroemde pad in Savoca
Bolognetta
Bij Bolognetta, een dorp ruim 25 kilometer daarvoor, reden wij in onze haast het bord "Hotel" voorbij. Che sorpresa, we hadden het niet meer verwacht! Wat kon het ons schelen dat het een leeg hotel was, een slome receptioniste ons inschreef, en wij in het pikkedonker een drukke weg moesten oversteken voor onze warme hap? We hadden onderdak gevonden en dáár ging het om. We waren doodmoe, maar dik tevreden!
Naar Cefalu of toch niet...
De volgende ochtend, het was Pasquetta en alweer een stralende dag, rekenden we snel af en reden opnieuw over wegnr. 121. Niet Palermo, maar Cefalù, een dorpje aan de noordkust, was ons doel. Wat was het druk aan de andere kant, wat een verkeer! Om zo vroeg al meteen in zo'n lange file terecht te komen, hoe vreselijk! Wat waren wij blij dat wij aan de "goede" kant reden, zonder file! Wat een geluk, wat een opluchting! We flitsten de stoet voorbij en moesten soms hard lachen om de uitdrukkingen op de gezichten van de chauffeurs. Dat hadden we beter niet kunnen doen...

Cefalu, smalle straatjes en vespa's
Nadat we Palermo waren gepasseerd en over de A20 richting Messina reden, kwamen we tot de ontdekking dat de slome receptioniste onze paspoorten niet had teruggegeven! Er restte ons geen andere mogelijkheid dan terugrijden, over dezelfde weg, aan de "verkeerde" kant mét file...
We arriveerden die dag heel laat in Cefalú, een dorpje dat gekenmerkt wordt door een enorme rots op de achtergrond, "La Rocca" genaamd. Hierom staat Cefalú bekend, maar ook om de onbedorven historische, middeleeuwse straatjes. Je kunt er een heerlijke dag doorbrengen, rustig wandelen en rondkijken, mits het niet te druk is. Pasquetta is daarvoor niet de juiste dag.
Het wemelde er van de gezinnen met kinderen, verliefde paartjes en groepjes jongeren, sommigen gezellig aan het barbecuen op het strand, en heel veel toeristen, zoals wij.
We wéten dat hij er staat, de Duomo di Cefalú, een in de 12e eeuw gebouwde kathedraal, bekend om haar pracht en praal aan buiten- én binnenkant. Ook het panoramisch uitzicht vanaf Tempio di Diana is ons bekend... Maar voor de kathedraal was het veel te druk en voor een wandeling bergopwaarts naar de tempel hadden wij geen fut meer... Voor ons was een rustige wandeling door het dorp mooi genoeg.
We vonden ternauwernood een plekje in een ristorante, Al Gobbiano al Giardino. Wat hebben we dáár heerlijk gegeten ... het leken wel goedmakertjes: de vriendelijke, attente obers, de heerlijke rode wijn, mijn pesce spada en de bistecca ai ferri van Gerard, we likten onze vingers erbij af!

Cefalu e la Rocca
De laatste nacht
Onze reis naderde zijn einde. We wilden eigenlijk dichtbij Messina een hotelletje zoeken zodat we de volgende ochtend heel vroeg de boot konden nemen en de weg huiswaarts konden aanvangen. Hoe kon ik het vergeten! Op Pasquetta wil iedereen altijd tegelijk naar huis. Op de A 20 was er geen doorkomen meer aan. We moesten noodgedwongen terug naar Millazzo om daar te overnachten.
De volgende dag, na onze overtocht, bleek dat de file op Sicilië nog niets vergeleken was bij de ellende die ons op de terugweg, op de beruchte A 3, te wachten stond. Het begin verliep redelijk, maar na Palmi, doemden de eerste wegafzettingen alweer op. Nog erger dan op de heenweg werd het file in en uit. Ze verrichten goed werk, hoor, maar wat heb ik een hekel gekregen aan die mannetjes langs de weg, met hun feloranje pak en op en neer zwaaiende vlag. Het was om moedeloos van te worden ... meer dan eens bleek dat we voor een wegafzetting van slechts 10 meter (!!) urenlang in de file hadden gestaan. Halverwege de middag snakten we naar een bordje warme pasta! Maar helaas, vanaf Sala Consilina troffen we geen Autogrills meer, maar alleen snackbars bij de benzinepomp.
De dag liep al bijna ten einde en we waren de files meer dan zat. Dan maar een alternatieve route genomen. Bij Polla verlieten we de snelweg om een "toeristische route" te volgen, richting Napoli. We waren niet de enigen, een lange stoet auto's volgde ons voorbeeld.
Met de stad Napels in zicht, was het zelfs bij de tolpoorten een puinhoop. Moe als we waren, kwamen we terecht in de "verkeerde" rij, die van de racemonsters en brutale voordringers. Van ons als stranieri, met dat vreemde NAVO kenteken, werd het niet gepikt: driftig getoeter, agressieve handgebaren en boze blikken vielen ons ten deel. Beste mensen, hierbij een goedbedoelde tip voor de toekomstige Siciliëgangers: ga met de boot van Napels naar Palermo en weer terug. Het is minder snel, maar wel véél rustiger!
En misschien goedkoper dan onze reis, want we weten nog niet...hoe hoog de boete is van het rijden door een tolpoortje, zonder te betalen ...
Wonen & Werken in Italië
- Diploma’s
- Sollicitatie en CV
- Belastingen en verzekeringen in Italië
- Termen en instanties in Italië
- Vinden van woon-ruimte in Italië
- Werk of vakantiewerk zoeken in Italië
- 1 mei: Dag van de arbeid – waarom zijn winkels dicht?
- Italiaans leren
- Ervaringen met het wonen en werken in Italia van i nostri amici