Ik heb u al eerder deelgenoot gemaakt van ons avontuur met de Mercedes Benz. Deze bereikte op de meest ongelegen momenten het kookpunt. Vooral als er (langdurig) gestopt moest worden. Om 't even: voor een file of een stoplicht. Oké, ik geef toe: we hadden nooit met zo'n exemplaar van het Wirtschaftwunder naar Italië mogen gaan, maar als je zo'n auto als het ware in de schoot geworpen krijgt, moet ik de eerste Nederlander nog tegen komen, die een dergelijk stermobiel geweigerd had. Wij dus ook niet!
Hadden we de Brenner bij wijze van spreken al over gelopen vanwege die kokende motor - een hoogst inspannende bezigheid trouwens - in de buurt van Venetië leidde dit euvel tot hilariteit. Althans bij de inzittenden.Vlak voor Venetië met reeds het zicht op de immens grote parkeerplaats, kruiste de weg waarop wij ons bevonden, een andere belangrijke weg. Precies daar waar het treffen der beide wegen plaatsvond, stond exact in het midden, een agent. En wat voor een agent. Oogverblindend! In een wit uniform met witte handschoenen, witte schoenen en een witte helm. Die een beetje aan een Engels Bobby helm deed denken. Buitendien was het nog een heel mooie jongen. Die qua werkzaamheden eerder aan een dirigent deed denken, dan aan een verkeersregelaar. Desalniettemin bracht deze hermandad toch redelijk orde in de wanorde. Totdat hij de fout maakte, zich waarschijnlijk ook ergerend aan onze Duitse automobiel - in die tijd reden er in Italië eigenlijk alleen maar Italiaanse auto's - ons te doen halt houden.
Onze Benz kookte dat het een lieve lust was. En toen wij moesten oprijden, was dit precies wat de auto heel eigenzinnig en halsstarrig weigerde. Koken is koken. Waar blijf je anders met die Duitse Gründlichkeit?! Oom agent werd ongeduldig en gebaarde theatraal dat we moesten rijden. En wij gebaarden wanhopig dat dit juist niet ging. Waarop de agent van zijn middenstip stapte om zich bij ons te vervoegen. Mijn broer draaide het raampje open. De riedel die de agent hield, deed denken aan een 45 toerenplaatje, dat op een te hoge snelheid werd afgespeeld. Er waren toen geen cd's en dvd's. In de stilte, die hierna viel, begreep mijn broer achter het stuur, dat hij geacht werd iets te zeggen. Dat deed hij derhalve ook. Vol overtuiging in het door ons zelf aangeleerde Italiaans: "Agento moto koko!" Vreemd genoeg, scheen deze overheidsdienaar dit toch te begrijpen. Want hij begon manhaftig met zijn witte handschoenen onze vuile auto over het kruispunt te duwen. Wij bleven stoïcijns zitten. Had hij maar niet zo stom moeten zijn om ons te laten stoppen!
Dankzij deze witte ridder bereikten we uiteindelijk de parkeerplaats. Waar we nog enige tijd heerlijk hebben staan nagenieten. Niet alleen van de opmerking van mijn broer, ook niet van de witte agent, maar meer van het verkeer, dat enthousiast van alle kanten was gaan rijden, toen onze hulpverlener uit het midden was weggestapt.