Donatello was een meester in het maken van marmeren en bronzen beelden. Hij was ook een groot kenner van de kunst uit de Klassieke Oudheid. Als jongeman ging hij in de leer bij Lorenzo Ghiberti, de beroemde beeldhouwer die de deuren voor het Baptisterium in Firenze heeft gemaakt. Donatello’s eerste grote werken waren beelden van twee heiligen, Sint Joris en Sint Marcus, voor de Orsanmichele, de Florentijnse kerk van de gildes. Deze beelden contrasteren sterk met de kunst uit de Middeleeuwen, omdat ze zelfstandige, levendige figuren met een eigen persoonlijkheid verbeelden, wat daarvoor niet gebruikelijk was.
Voor een nis in de klokkentoren naast de Dom maakte Donatello zijn zeer realistische, kaalhoofdige beeld ‘Zuccone’, letterlijk stommeling of stijfkop afgeleid van zucca hetgeen pompoen betekent. Zijn gelaatstrekken zijn geïnspireerd door de antieke Romeinse bustes. Donatello ontwikkelde zelfs een nieuwe reliëfstijl: het ‘schiacciato’ (letterlijk platgedrukt), een ondiep reliëf dat wel de illusie wekt van grote diepte, maar bijna op een schildering lijkt. Deze stijl is te zien in zijn paneel ‘Sint Joris en de draak’ voor de Orsanmichele. Door zijn verblijf in Roma van 1430-1433 raakte Donatello nog sterker beïnvloed door de Klassieke Oudheid. Ondertussen had Donatello zich ook bekwaamd in het maken van bronzen beelden. Zijn ‘David’ is het eerste echt vrijstaande, levensgrote (1.85m), naakte, bronzen standbeeld uit de Renaissance.
Terwijl hij voor de Medici in Firenze bezig was om twee bronzen deuren te gaan maken voor hun kerk, de San Lorenzo, werd hij naar Padova geroepen voor een moeilijk project. Hij kreeg de opdracht een groot, bronzen ruiterstandbeeld te maken voor de pas overleden Venetiaanse ‘condottiere’ Erasmo da Narmi. Dit was nieuw, want in de oudheid werden ruiterstandbeelden alleen voor keizers opgericht. Het gold als voorbeeld voor alle latere ruiterstandbeelden en nog voordat het beeld was onthuld, wilde de koning van Napels er zelfs al een hebben.
Op latere leeftijd produceerde Donatello door ziekte slechts weinig. Ook zijn geestelijke toestand verslechterde, wat zijn weerslag vond op zijn werk. Zijn twee houten beelden van Maria Magdalena en Johannes de Doper zijn zeer realistisch, vol emotie, bijna angstaanjagend zelfs. Tijdens Donatello’s afwezigheid wegens ziekte was er in Firenze een nieuwe generatie beeldhouwers opgekomen, die een veel zachtere stijl ontwikkelde. De beelden van Maria Magdalena en Johannes de Doper kwamen dus een beetje als een schok voor de inwoners van Firenze. Uiteindelijk kreeg Donatello vrijwel alleen nog belangrijke opdrachten van buiten de stad. Door de overstroming van 1966 in Firenze werd de Maria Magdalena behoorlijk beschadigd. Tijdens de restauratie ontdekte men bij toeval dat het beeld oorspronkelijk beschilderd was geweest (met een huidskleur en gouden strepen in haar haren). Donatello stierf op 80-jarige leeftijd, terwijl hij in opdracht van zijn oude bazen, de Medici, werkte aan twee bronzen preekstoelen voor de San Lorenzo te Firenze.
Passaporto | |
Naam: | Donato di Niccolò di Betto Bardi |
Geboorte- en sterfjaar : | 1386-1466 |
Geboorte- en sterfplaats : | Firenze |
Beroep: | beeldhouwer |
Periode: | Renaissance |
Stijl: | Vroeg-Renaissance |
Belangrijkste werken: | St. Marcus: 1411, Orsanmichele, Firenze St. Joris: 1415-17, marmer, bijna vrijstaand, eerst Orsanmichele, nu in het Bargello, Firenze Zuccone : 1427-36, Museo dell'Opera del Duomo, Firenze David: 1430, brons, Bargello, Firenze Ruiterstandbeeld Gattamelata: 1445-50, Piazza del Santo, Padova Maria Magdalena: 1457, Museo dell'Opera del Duomo, Firenze |