Honderden jaren geleden bestond Italië uit allerlei kleine stadsstaatjes, voornamelijk onder bestuur van machtige edelen, koningen of progressieve pseudo-democratieën. Het machtige Florence was het toonbeeld van de moderne tijd na de donkere Middeleeuwen: het centrum van verlicht denken, van ontluikende culturele en artistieke talenten. In die tijd was het in hevig gevecht verwikkeld met Siena, de naburige stad. Door een grote pestepidemie stierf het grootste gedeelte van de Sienese bevolking en bleef de Duomo, die het pronkstuk van de Zuid-Toscaanse macht moest symboliseren en bovendien die van Florence moest overtreffen, onafgebouwd. Nu, vele jaren en vooral voetbalseizoenen later, is de wraak van Siena naar de gehate grote broer Florence mierzoet.
In 2002 ging Fiorentina, een van de grootste clubs uit het Italiaanse voetbal, failliet. Gedwongen degradatie naar de laagste professionele voetbaldivisie van het land, de Serie C2, was een feit. Een seizoen na deze hel lijkt de ploeg, met nieuw bestuur, nieuwe spelers en met de teruggekochte oude naam, weer op weg naar het paradijs: de Serie A. Een paar honderd kilometer zuidelijker voltrok zich nog een groter wonder: het nietige AC Siena is na een schitterend seizoen als kampioen van de Serie B gepromoveerd naar het Walhalla.
Siena is de stad van furieuze paardenrennen in de unieke palio. Stad van traditie met haar karakteristieke, onafgebouwde Duomo. Stad van het karakteristieke schelpvormige plein en stad van voetbal. Een grotere tegenstelling lijkt haast niet denkbaar. Italië-gangers die Siena bezoeken, staren verwachtingsvol naar de prachtige, historische skyline, met de campanile van het stadhuis en de schitterende zwart-witte Duomo. De kans is daardoor groot dat ze vergeten even naar links te kijken wanneer ze de stad binnenkomen. Net vóór de oude binnenstad ligt namelijk het Stadio Artemio Franchi, waar het afgelopen seizoen het kleine wonder heeft plaatsgevonden.
Siena speelt dit seizoen voor het eerst in il paradiso del calcio: de Serie A. Iedere voetbalfan die je een jaar geleden had voorspeld dat Siena naar de Serie A zou promoveren, laat staan het kampioenschap van de Serie B zou binnenhalen, had je voor gek verklaard. Een logische reactie: de Toscanen sleepten pas op de laatste speeldag van het seizoen 2001-2002 een verlengd verblijf in de Serie B uit het vuur. Het jaar was dramatisch verlopen en de lokale supporters stelden zich opnieuw in op een jaar in de marge van het Italiaanse voetbal. De rijke Napolitaanse voorzitter Paolo De Luca dacht er echter geheel anders over en deelde bij de presentatie van het nieuwe team rode T-shirts uit met daarop de tekst 'Una lucida follia: Sogniamo la Serie A' uit.
Wat niemand verwacht, behalve misschien de trainer Papadopulo (bijgenaamd il papa), gebeurt toch: het seizoen van la Robur verloopt als een droom. 'Gestolen' overwinningen in de laatste minuten bij concurrenten Napoli en Hellas Verona, met 9 man de grote concurrent Sampdoria in Genova verslaan en de opleving van het Braziliaanse wonderkind Pinga en de bonkige midvoor Tiribocchi zorgen voor il miracolo. Op de allerlaatste speeldag wordt zelfs de titel van de Serie B behaald, een ongekende en vooral onverwachte prestatie. De stad is in rep en roer en wrijft zich nog eens goed in de ogen. De Serie A wacht op het nietige maar dappere Siena.
Toeristen klinkt het als muziek in de oren. Stedentripjes naar het romantische Venezia, het klassieke Firenze of het chaotische Napoli. Voor Italiaanse tifosi zijn het zondagse doemscenario's. Zij prefereren een busreis naar Empoli, Brescia of Udine. Supporters van grootheden als Milan, Inter of Juventus met gevoel voor historie en schoonheid kunnen het komende seizoen een extra cultureel uitstapje aan hun uitwedstrijden toevoegen, al is het hoogst twijfelachtig of zij oog hebben voor al dat moois. Voor alle anderen die binnenkort nog eens in Siena belanden: kijk wanneer je de stad binnenkomt gerust even naar links, want daar gebeuren hele leuke dingen.