
Italie.nl ging voor u op reis
Nederland was kil en koud en ik kon niet wachten om te vetrekken naar het zonnige Napoli. Tijdens de vliegreis zat ik naast een familie van vader, moeder en 3 zonen. Het feit dat ik ze absoluut niet kon verstaan en dat ze een vrij donkere huid en haren hadden, deed me vermoeden dat het waarschijnlijk Albanezen waren. Na wat inspanning herkende ik de zware 'b' in plaats van de lichte Italiaanse 'p' in de uitspraak van het woord 'Naboel'. Ontegenzeggelijk Napolitanen!! Ze bleken voor Pasen op weg te zijn naar 'huis'. Ze woonden al zeven jaar in Edinburgh en als ze Engels spraken (met de kinderen) klonk een onvervalst 'eye'. Moeders had last van vliegangst, maar zoonlief (16) die naast haar zat, had daar geen boodschap aan. Die had alleen oog voor zijn glanzende mobiel die hij dus gedurende 1 uur en 50 minuten niet mocht gebruiken. Moeders wilde zo snel mogelijk naar haar familie en bij het binnenvliegen van het Italiaanse luchtruim sprongen de tranen haar (letterlijk!) spontaan in de ogen.

'Naboel'
Toen we boven de havenstad Ancona aan de oostkust vlogen, verklaarde ze met haar hand op het hart en gesloten ogen: 'Naboel'. Tja, zoveel liefde voor haar stad kun je niet afdoen met een simpel 'Ancona' dus heb ik het maar zo gelaten. Zoonlief van zes was al de hele vlucht vervelend, tegen de voorgaande stoel schoppen, aan de haren trekken van de passagier voor hem en elke keer werd Angelo weer afgekust door La mamma: il mio caro, tesoruccio...Nadat de landing was ingezet begon het ventje te gillen "we storten neer", strammazziamo!! Gelukkig stonden we binnen een kwartier aan de grond in Napoli op het vliegveld Capodichino.
Een verbazend klein vliegveld voor zo'n grote stad! Na de snelle bagageafhandeling, (klein vliegveld dan zijn je koffers er ook snel) stap je buiten in een heerlijk voorjaarszonnetje. Pal voor de deur staan de palmbomen en veel busjes waarover de vliegtuigpassagiers zich verspreiden. Het busje dat ons naar Il forno antico zou brengen, de uitvalsbasis voor mij en mijn reisgenoten voor een bezoek aan de Cilentokust staat al klaar.

Padre Pio
Op het dashboard zit, onvermijdelijk in de contreien, een medaillon geplakt van Padre Pio (1887-1968) , de kapucijnermonnik die de stigmata van Christus heeft ontvangen en op 26-02-02 door Il papa zalig verklaard is. We beginnen onder een gelukkig gesternte.
Achter een grote parkeerplaats moeten we een tweede auto ophalen. Een parkeerwachter in een voor Nederlandse begrippen indrukwekkend uniform, spiegelende lichtblauwe zonnebril (Gucci) en een mobiel in de hand, wijst ons ongeïnteresseerd de weg: the king of the carpark. We komen langs een taxiverzamelplaats waar wel 40 witte taxi's geparkeerd staan. De chauffeurs onderhouden zich aan een klein tafeltje met een heftig kaartspel; een gemeenschap op zich.
Nadat we de auto hebben opgehaald, rijden we door het verkeer van Napoli richting de autostrada. De chauffeur past zich prima aan de stroom verkeer aan. Op de driebaans autoweg rijden we keurig op het midden van baan 1-2 of 2-3, dicht achter onze voorganger. Op de stukken tweebaansweg kiest hij zorgvuldig de plek uit om in te halen: voor een bocht. Je verbaast je er altijd weer over dat zij dat zoveel beter in kunnen schatten dan jij. Als jij na lang twijfelen denkt: op hoop van zegen dan maar, komt er altijd een tegenligger aan. Bij hem ook. Alleen dan blijkt de weg breed genoeg voor drie auto's naast elkaar...Zou het met vier ook lukken? Italianen hebben hier waarschijnlijk een zesde zintuig voor ontwikkeld.
Na een half uurtje houdt de Ducato er mee op. Dikke zwarte dieseldampen kondigen het eind van de rit aan. We staan langs de autostrada, even voorbij Salerno. Over drie banen voorbijrazend verkeer, vanaf de rand van de weg een vuildump, twee meter daarachter een frisgroene kersenboomgaard. De lente is hier net iets eerder begonnen dan bij ons, en de bomen dragen een mooie, rose-witte bloesem. Je kunt ze bijna ruiken (over de eerste twee meter heen). De geluiden en dampen van de autostrada verdwijnen naar de achtergrond...de zon schijnt...wie doet je wat.
De auto van de touroperator die ons is gevolgd, brengt ons naar een agriturismo in de buurt. Binnen 30 minuten zit ik op een terras aan de bitter met een zout knabbeltje uitkijkend over de ontluikende hazelnootboomgaard in de zon, genietend van de stilte. De mensen hier zijn verschrikkelijk aardig, de agriturismo is weliswaar nog niet open, het toeristenseizoen nog niet gestart, maar gastvrijheid is hier een begrip. En dus is het wachten niet zo'n ramp. Alhoewel....ik had het graag op de gevoelige plaat vastgelegd, maar ach, gevoel kun je toch niet fotograferen, denk ik na de derde slok.

Oude vouwtjes
Na een uur genieten in de zon zijn de transportproblemen opgelost, en we vervolgen onze weg naar San Mauro La Bruca. Weg van de snelweg rijden we door kleine dorpjes waar het leven een tandje langzamer gaat. Voor elk cafeetje zit een groep oude mannen of vrouwen (niet samen) te kaarten of te kouten. Het leven gaat hier langzamer, de temperatuur is hier aangenamer, dus wellicht ook het oud worden...De bus stopt onderweg nog even bij een bakker (bekende van de chauffeur)voor een versnapering. Het kleine winkeltje staat werkelijk volgestouwd met chocolade paaseieren in alle soorten en maten. Vlak naast de ingang staat zelfs een exemplaar met een strik waar een 5-jarig kind met gemak in past. Tussen de eieren ligt ook nog de colomba, een traditioneel Zuiditaliaans paasgebak. Het lijkt op een soort panettone, maar dan in de vorm van een duif. Mijn eerste espresso deze reis wordt begeleid door een sfoliata (letterlijk: gevouwen), een soort flapje van vele dunne lagen bladerdeeg gevuld met een soort ricotta, gezoet met vanille.
Als echte Hollanders bestellen we de espresso zonder suiker graag. Twee slokken later ben ik er weer helemaal klaar voor..
Het busje rijdt langs Sarno. Vreemd eigenlijk, je passeert het dorp op een afstand van een paar kilometer en vanaf de weg is niets te zien van de aardverschuiving die op 5 mei 1998 een kwart van het dorp weggevaagd heeft. Ook komen we voorbij Eboli...wij wel! Dit levert natuurlijk de nodige woordspelingen op verwijzend naar de titel van het beroemde boek van Carlo Levi, Cristo sfermata a Eboli of Christus kwam slechts tot Eboli.

Sarno
Ook kun je niet om de regionale beroemdheid heen, om de tien meter zit een caseifici, een kaasmakerij. Grote reclameborden prijzen de specialiteit aan: mozzarella di bufala. De bufale, zwarte waterbuffels, staan in kleine kuddes in de weilanden langs de weg. Een leuk gezicht na het bekende rood-en-zwart bonte stamboekvee, met de grote gele oorbellen, in onze contreien.
Het busje verlaat de doorgaande weg en slingert over een klein weggetje door de bergen. Het silhouet van de typische hoge olijfbomen van deze streek steekt scherp af tegen de avondschemer. In het donker arriveren we bij de Azienda Il Forno Antico en het eerste dat me overvalt is de enorme rust. Krekels doorbreken de stilte. Onze eerste dag wordt besloten met een copieuze maaltijd bestaande uit antipasti, primi, secondi, frutta, caffè en grappa (4soorten!).
Il forno Antico

Il Forno Antico
Deze agriturismo vormt de uitvalsbasis voor het verkennen van de streek. De 21 kamers zijn verdeeld over twee gebouwen. Het 'agri'van deze turismo bestaat voornamelijk uit een olijfboomgaard van 7000 olijfbomen. Van de olijfoogst wordt de eigen olijfolie gemaakt. De eigenaar brengt het slowfood principe graag in praktijk. De van oorsprong Italiaanse organisatie Slow Food www.slowfood.com is ontstaan als 'tegengas' tegen de oprukkende fastfoodcultuur. Zij maakt zich sterk voor het behoud van authentieke (streek)producten. De groenten die we gedurende ons verblijf eten, worden dan ook op de azienda zelf verbouwd zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ook de pasta en het brood worden zelf vers gemaakt. Vanaf de omliggende terrassen en zwembad heb je een schitterend uitzicht over de omringende bergen. Tussen de bergen door zie je zelfs de 3 km verderop gelegen zee.

'zwembadconcert'
Hier hoef je niet te vervelen, zelfs als je het terrein niet afkomt zijn er legio mogelijkheden. Afhankelijk van het seizoen kun je meehelpen met de druivenpluk, olijvenoogst, brood bakken op pasta maken. Ook kun je naar hartelust mountainbiken, paardrijden en wandelen. De lijst kun je eindeloos aanvullen want ze zullen altijd proberen om een ander verzoek in te willigen. Een extraatje is dat de eigenaar liefhebber is van Italiaanse opera en dat in zijn recent gebouwde concertzaaltje dan ook regelmatig artiesten optreden van het Teatro San Carlo in Napoli en de Scala van Milano. De eerste dag overpeinzend bedenk ik me dat de tijd hoe dan ook te kort zal zijn om te genieten van de omgeving, de agriturismo, het eten en de mensen. Het programma zit boordevol, maar een weekje alleen maar op de Azienda rondhangen met af en toe een tripje is ook niet verkeerd. Voor een volgende keer, denk ik dan maar. Moe maar voldaan trek ik me eindelijk terug op de eenvoudige, maar grote kamers. Het raam open: alleen de honden in de verte hebben elkaar nog veel te vertellen en een trein rijdt een tunnel in...en verder stilte..