
Het oude centrum, il centro storico, van Perugia ligt bovenop twee heuvels; het dal ertussen raakte in de loop der tijd opgevuld en tegenwoordig loopt de hoofdstraat eroverheen in een rechte lijn; dit is ook de enige vlakke straat van de binnenstad van Perugia. Verder is er een wirwar van nauwe straatjes en steegjes die voortdurend stijgen en dalen. Beneden aan de voet van die steile berg liggen verschillende grote parkeerterreinen en van daaruit kom je via enkele zeer lange roltrappen in de oude stad. De roltrap die wij genomen hadden, ging zelfs grotendeels door het inwendige van de rots, door een futuristische glazen galerij en gewelven die vroeger bij Het Fort hoorden, maar nu omgebouwd en ingericht zijn als vrij toegankelijke expositieruimten. We kwamen weer boven de grond op een groot plein met ruiterstandbeeld en vlak bij een lage ommuring zodat we een schitterend gezicht hadden op de lager gelegen wijken, maar ook op de heuvels rondom de stad.
Perugia is tegenwoordig vooral een universiteitsstad, met prachtige en rijke gebouwen en kerken. De universiteit is gesticht in 1308 en is hiermee toch niet de oudste van Italië. Die eer heeft de stad Bologna wier universiteit van 1088 is. Als je dit vergelijkt met de eerste universiteiten in de Nederlanden zijn die eigenlijk nog maar jonkies: Leuven stamt uit 1425 en Leiden is van 1575. Perugia is vooral ook bekend om haar aparte universiteit voor buitenlandse studenten. De faculteit van Italiaanse Taal- en Letterkunde wordt druk bezocht door studenten uit Nederland. Aan het grootste en belangrijkste plein van de stad ligt het Palazzo dei Priori, gebouwd voor de wereldlijke macht. Deze prachtige beelden horen bij de indrukwekkende ingang aan de straatkant; de griffioen is het symbool van Perugia. Het varken en het kalf hebben te maken met het vele geld dat in de veertiende eeuw door het gilde der slagers bijeen was gebracht om dit gebouw te bekostigen.
Aan de andere kant van het plein ligt voor de kerkelijke macht de Cattedrale di San Lorenzo en midden op het plein ligt de Fontana Maggiore. een inderdaad reusachtig grote fontein. In 1278 is die fontein gebouwd nadat er eerst vele aquaducten en buizen waren aangelegd naar een bron 5 km verderop. De bouwheer van dit huzarenstukje was een benedictijn met de mooie naam van Fra Bevignate da Cingoli en hij had zich verzekerd van de hulp van een hydrologisch deskundige uit Venetië: Signor Boninsegna. Terwijl zij deze klus in twee jaar tijds klaarden heeft kortgeleden een restauratie van de fontein vijf jaar geduurd!! De uit drie verdiepingen bestaande fontein is rijk voorzien van beeldhouwwerken en reliëfs gemaakt door de gebroeders Pisano. In de onderste rand (achter het hek) zijn o.a. de twaalf maanden uitgebeeld. Links tweemaal juni en rechts tweemaal juli.
Tijdens de vijf weken vakantie hebben we heel weinig slecht weer gehad, maar op de dag van ons bezoek aan Perugia was het bewolkt en regende het af en toe licht. Weliswaar zo weinig dat we geen paraplu hoefden te gebruiken. Maar een stad met zon en zeker een Italiaanse stad met zon en strakblauwe lucht oogt toch heel anders. We hadden zo graag wat meer willen flaneren. Toch hebben we best nog mooie foto's kunnen maken, interessante kerken en gebouwen bekeken, lekkere koffietentjes en boekwinkels bezocht en in ieder geval hebben we weer heerlijk kunnen eten. Door ervaring wijs geworden keken we uit naar een restaurantje waar Italiaanse families ook gaan eten en zoals aan de buggy op de foto te zien is hielden we ons aan die ervaring. Vervolgens bleek dat onze keuze inderdaad de juiste was want we smulden van een overheerlijke Pizza La Semplice plus koele witte wijn, en caffè na. "Una pizza semplice per una persona semplice", zei ik tegen ober Peppone, en die begon mijn statement toen onmiddellijk met gevoel voor dramatiek in alle toonaarden tegen te spreken. Het zijn en blijven toch allemaal charmeurs die Italianen!
Boven de deuren van een modezaak, gevestigd in een gedeelte van een oude kerk in Perugia, staan twee bij elkaar horende spreuken: boven de linkerdeur staat DOMUS DEI EST ( het huis van God) en boven de rechterdeur ET PORTA COELI (de deur van de hemel). Voor de vrouwen lijkt het inderdaad een toegang tot het paradijs te zijn want in de gauwigheid zag ik wel dat het zeer elegante, echt Italiaanse mode was, maar ook dat ze vergeten waren er prijskaartjes aan te hangen.
Om 4 uur daalden we via de roltrappen de rots weer af en reden we de 20 km terug naar ons huis in Magione. Daar scheen volop de zon zodat ik aan de rand van het zwembad op een ligbed mijn vermoeide ledematen kon strekken om alle indrukken van die dag te verwerken.