Maar verboden vruchten smaken altijd het lekkerst. Echter nog niet voor mij. Ik was nog een echte boekenworm. Alleen het brilletje ontbrak. Omdat het die dag behoorlijk regende, bood een warenhuis uitkomst. Ik pakte op goed geluk het eerste beste boekje wat voor handen kwam. Het was een klein groen boekje van de uitgeverij Reinaert met de titel "Don Camillo en de kleine wereld". Ondanks het pocketformaat was het nog verluchtigd met pentekeningen.
Ademloos, heb ik dit kleinood in één ruk uitgelezen. Ik was gefascineerd door het gegeven van een tegendraadse pastoor en een communistische burgervader. In de letterlijke zin des woords. Ik was in die tijd al politiek actief en werd aangenaam verrast door de wijze waarop de koude oorlog in dit boek aan de orde kwam. Hartverwarmend, menselijk. Terug in Nederland heb ik alle Don Camillo-boeken van de hand van Gaureschi gekocht. De boeken waren niet meer verluchtigd, doch geïllustreerd. En van een iets groter formaat.
De boeken riepen dierbare herinneringen bij me op. Want de keren dat wij Italië bezochten, maakten we de tegenstellingen zoals tussen de pastoor en burgemeester uit het boek, bijna dagelijks mee. De Communistische Partij was in die tijd nog heel groot. Had ook veel in de melk te brokkelen, hoewel zij nooit regeringsverantwoordelijkheid droeg. De Paus lag dwars. In die tijd domineerde de oorlog in Vietnam het dagelijkse nieuws. Elke keer als de Amerikanen hun agressie uitbreidden, liep de bevolking in de kleine communes waar wij ons ophielden, te hoop met spandoeken, vlaggen en vaandels. De Italiaanse teksten waren als Chinees voor ons, maar lieten zich gemakkelijk raden. Hoewel we er geen woord verstonden van de gloedvolle betogen, genoot ik van alle emoties, die daar naar boven kwamen.
En van de vindingrijkheid van de lokale dorpspastoor, die het er niet me eens was. Te pas en te onpas liet hij de valse klanken van zijn gebarsten klokken het ‘strijdtoneel' overspoelen. Tot verrassing ook van mijn moeder. Zij was van oorsprong katholiek en zou dus op de hoogte moeten zijn van het dienstrooster waarop geluid had kunnen worden. Puur pesterij dus.
De eerste keer dat ik naar een film van Don Camillo ging, hield ik mijn hart vast. Ik had zo'n eigen beeld van de man gevormd, dat ik vreesde, dat de zwart/witbeelden op het celluloid, alleen maar tegen konden vallen. Echter, niets was minder waar. Fernandel was die ideale pastoor. Door hogerhand als het ware op de aarde gezet voor deze rol. De burgemeester - gespeeld door Gino Cervi - paste mooi in het geheel. Kortom: een film die veel sentimenten opriep, maar nooit valse. Gelukkig herhaalt de KRO met enige regelmaat alle Don Camillo & Peppone films. Ik kijk altijd nog geboeid.
Ik ben er inmiddels achter gekomen, dat er sinds 1989 een klein Don Camillo & Peppone-museum is in Brescello. Een commune aan de oevers van de Po. Waar de geesten van beide hoofdrolspelers nog steeds ronddwalen. En de sfeer uit die verhalen nog hangt. Museum is misschien een te groot woord voor de verzameling Don Camillo & Peppone-attributen. Maar voor een echte fan is het genieten.