Maar daar blijft het bij. Typisch Italiaans dus.
Toen verscheen de MiTo in beeld. En ik moet erkennen: naarmate het beeld van deze creatie scherper en groter werd, werd ik even overrompeld door het fraaie model. Niet zo heel vreemd, natuurlijk. Hij had iets meegekregen van de 8c waardoor de MiTo bij de presentatie ook meteen afviel als mogelijke aankoop. Hij was voor ons niet praktisch. Wij zochten toch meer een vijfdeurs. Einde verhaal.
Totdat ik, op zoek naar een horloge, bij toeval terecht kwam op de site van de Alfa Romeo Nederland. Een schitterende site om te zien, maar waar ook alles in het werk wordt gesteld om (potentiële) kopers en koopsters af te schrikken. Je kunt alles vragen, je krijgt nooit antwoord. Niet zo heel verbazingwekkend dus, dat het met de Alfa-verkopen droevig gesteld is.
Op die site trof ik het door mij gezochte horloge aan. En uiteindelijk via allerlei omwegen (bijna) nieuwe Alfa’s met zeer aantrekkelijke kortingen. Mijn oog viel op een aanbieding van de dealer Coumans BV te Geleen. Echter, als mijn vrouw en ik toevallig niet besloten hadden de volgende dag naar Aken te gaan, om te snuffelen op de Kerstmarkt naar engelen, was die Alfa er nooit gekomen. Want Geleen is misschien wel naast de deur, maar niet voor ons, inwoners van Ammerstol. Deze wereldstad ligt in de buurt van Gouda.
De aloude wijsheid ‘zien is kopen’, ging ook in ons geval op. Er stonden daar in het Limburgse heuvelland vier Alfa Romeo’s 147 business pro te pronken. Twee in het nero, zwart, en twee in het grigio, grijs. De kleur van de leren bekleding van de nero’s was naturel en rood. De grigio’s hadden zwart leer. Kortom: alle vier waren een lust voor het oog. Mijn vrouw en ik gingen door de knieën voor de grigio. Gelukkig maar, want hierdoor gaven we onszelf een bloedstollend, mooi kerstcadeau. Een leuke ervaring bij deze deal was dat we de auto pinden. Alsof het een boodschap in de supermarkt betrof. Maar wel zo veilig. Want stel je voor dat ik het bedrag had overgemaakt en de dealer was failliet gegaan. Had ik mooi naar mijn centen en de auto kunnen fluiten. En dat kan ik al veertig jaar niet meer, omdat mijn gezicht door een tumor aan één kant verlamd is geraakt.
Ik zie hier beslist geen spoken. Sinds ik de trotse eigenaar ben van een echte Alfa Romeo – op het moment dat ik deze bijdrage schrijf, vier weken geleden - zijn er namelijk drie dealers in mijn directie omgeving gesloten. Helaas. Met tranen in de ogen namen we afscheid van onze ingeruilde Renault Modus. Een heerlijke auto met veel toeters en bellen. Hierdoor heel gebruiksvriendelijk. En de Italiaanse driekleur, die onze Modus over de gehele lengte sierde, maakte de auto waarlijk uniek. Vervolgens reed ik als een kind zo blij in mijn Alfa Romeo 147 naar Maastricht. En naar Ammerstol. Om hem daar vol trots aan de buren te showen.
Een dag later reed mijn vrouw apetrots naar de Maasvlakte. Om de hond uit te laten bij de Slufter. Een aparte sensatie. Ik doel hier in eerste instantie niet op de Slufter, een prachtig natuurgebied, maar op het feit dat onze hond - een Beagle met de schone naam Humphrey - alleen met een ‘rampe’ (Duits loopplankje) in de auto kon komen. Tenminste door de vijfde deur. De terugweg kroop ik achter het stuur.
In de kerstnacht reden we naar Den Haag. Daar ging iets fout. Precies op de hoek van de Laan van Meerdervoort en de Kamperfoeliestraat. M’n voet gleed van de koppeling. Dat dacht ik tenminste. Maar hij bleef van de koppeling glijden. Ik kreeg de auto niet meer fatsoenlijk van zijn plaats. Mijn vrouw moest het stuur van mij overnemen.
Nu staat mijn jeugddroom voor de deur. Ik kan er de hele dag naar kijken. Ik heb hem zelfs al een keer gewassen. Iets waar ik een broertje dood aan heb. Ik zei altijd: ‘Als m’n auto vuil is, ruil ik hem in!’ Maar rijden ‘ho maar’. Naar de oorzaak van de zwabberende linkervoet wordt naarstig gezocht. Er was enkele jaren geleden een Nederlandse schaatser, die - geloof ik - een dergelijke voet had. En daar is het uiteindelijk toch goed mee gekomen. Dus moed verloren, al verloren.