Leonardo da Vinci was de eerste uomo universale, oftewel ‘duizendpoot/alleskunner’: hij was schilder, tekenaar, beeldhouwer, architect, natuurwetenschapper en uitvinder. Zijn hele leven was Leonardo op zoek naar kennis, wat ook te zien is aan zijn vele tekeningen van het menselijk lichaam en van mechanische uitvindingen zoals vliegapparaten, duikboten en een automobiel. Toch heeft hij hiervan maar weinig in de praktijk gebracht. Wel liep da Vinci hiermee vooruit op grote ontdekkingen die een paar eeuwen later zouden volgen. Voor zijn anatomische studie zou hij lichaamsdelen en kleine organen uit het mortuarium hebben gestolen om ze thuis goed te kunnen bestuderen. Hij hield een notitieboek, de Codex Atlanticus, bij met aantekeningen over bijna elk onderwerp die in totaal bijna 20.000 pagina’s beslaat.
Leonardo da Vinci was een leerling van beeldhouwer en schilder Andrea del Verrocchio, waarschijnlijk samen met Botticelli en Perugino. Als schilder, wat hij een van de hoogste bezigheden voor de mens vond, probeerde Leonardo om zoveel mogelijk emoties en beweging op het doek te tonen. Zoals we bij de mysterieus glimlachende Mona Lisa kunnen zien, het lijkt net alsof haar gelaatsuitdrukking steeds verandert. Da Vinci gebruikte hiervoor twee belangrijke technieken: het sfumato (letterlijk rokerig, mistig) en het chiaroscuro. Ook had hij een lange beschrijving gemaakt om aan de hand daarvan een zondvloed te schilderen. Aan het schilderen van het werk is hij nooit toegekomen, wel heeft hij er tien fabuleuze tekeningen van gemaakt, die zich nu in het Windsor Castle bevinden, zoals het merendeel van zijn tekeningen.
Leonardo da Vinci produceerde in zijn latere jaren weinig werken. Waarschijnlijk stelde hij zulke hoge eisen aan zichzelf wat zijn wetenschappelijke kennis van de wereld betrof, dat hij bang was om fouten te maken. Ook zijn er aanwijzingen dat hij een beroerte heeft gehad of aan de ziekte van Dupuytren leed, die er meestal voor zorgt dat je ringvinger en pink verlamd raken, waardoor hij zijn penseel niet meer goed vast kon houden. Zijn vroege werk kenmerkt zich door een tekenachtige precisie en genuanceerde kleuren, zoals we kunnen zien in zijn ‘Aanbidding der wijzen’. Leonardo probeerde de figuren zo af te beelden dat je het innerlijk van iemand aan de buitenkant kon zien. Toen hij in Milano aan het hof van de Sforza’s verbleef, perfectioneerde hij zijn techniek van het sfumato. Dit bereikte hij door geleidelijke overgangen van licht naar schaduw te maken, zodat de lichamen echter en levendiger lijken. In het ‘Laatste avondmaal’ is goed te zien hoe Leonardo zijn schilderijen van tevoren d.m.v. het perspectief construeerde. Zo leiden alle perspectivische lijnen naar de boog boven Jezus, die men kan zien als een aureool. Ook door Jezus’ rustige houding, in contrast met de drukke gebaren van zijn discipelen, wordt de aandacht naar het midden getrokken.
Leonardo’s bekendste tekening is wellicht zijn zelfportret, gemaakt toen hij al aardig op leeftijd was. Ook bestaat er de theorie dat de Mona Lisa eigenlijk een zelfportret is van Leonardo. Als je zijn zelfportret over dat van Mona Lisa legt, blijkt dat deze twee portretten opvallend veel gelijkenissen vertonen.
Passaporto |
|
Naam: | Leonardo Da Vinci |
Geboorte- en sterfjaar : | 1452 - 1519 |
Geboorte- en sterfplaats : | Vinci - Amboise (Frankrijk) |
Beroep: | schilder, architect, uitvinder, ingenieur, schrijver, beeldhouwer, uomo universale |
Periode: | Renaissance |
Stijl: | Hoog-Renaissance |
Belangrijkste werken: | Aanbidding der wijzen: 1481-82, Uffizi, Firenze Vitruvische man: 1485-90, Accademia, Venezia Laatste avondmaal: 1495-98, Santa Maria delle Grazie, Milano Mona Lisa: 1503-06, Louvre, Parijs Zelfportret: ca. 1512, Biblioteca Reale, Torino |